ECLI:NL:RBNHO:2024:12683

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
11 december 2024
Publicatiedatum
6 december 2024
Zaaknummer
11204281 \ CV EXPL 24-4848
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in de bodemzaak tussen Unigarant N.V. en de gedaagde partij betreffende informatieplichten en bijkomende kosten

In deze bodemzaak, uitgesproken door de Rechtbank Noord-Holland op 11 december 2024, staat de eisende partij, Unigarant N.V., mede handelend onder de naam 'ANWB Verzekeren', tegenover een gedaagde partij die niet is verschenen. De zaak betreft een geschil over een overeenkomst die via de website van Unigarant is gesloten. De rechtbank heeft eerder op 23 oktober 2024 een tussenvonnis gewezen, waarin de eisende partij in de gelegenheid is gesteld om zich uit te laten over de informatieplichten en het voornemen om een beding in de algemene voorwaarden met betrekking tot bijkomende kosten te vernietigen.

In de akte na tussenvonnis heeft Unigarant toegelicht hoe zij heeft voldaan aan de informatieplichten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat uit de dagvaarding en de akte blijkt dat Unigarant aan de voorschriften heeft voldaan. Tevens heeft de eisende partij haar vordering met betrekking tot de incassokosten verminderd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de hoofdsom, vermeerderd met wettelijke rente, zal worden toegewezen, terwijl de incassokosten worden afgewezen. De gedaagde partij is grotendeels in het ongelijk gesteld en wordt veroordeeld in de proceskosten.

De beslissing van de kantonrechter houdt in dat de gedaagde partij € 67,59 moet betalen aan Unigarant, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de vervaldag van de ingebrekestelling. Daarnaast is de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die door de kantonrechter zijn vastgesteld op een totaal van € 307,39. De veroordelingen zijn uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 11204281 \ CV EXPL 24-4848
Uitspraakdatum: 11 december 2024
Vonnis in de zaak van:
de naamloze vennootschap
Unigarant N.V. mede handelend onder de naam “ANWB Verzekeren”
gevestigd te ’s Gravenhage,
de eisende partij
gemachtigde: KVN gerechtsdeurwaarders & juristen
tegen
[gedaagde]
wonende te [plaats]
de gedaagde partij
niet verschenen

1.Het procesverloop

1.1.
Op 23 oktober 2024 is een tussenvonnis gewezen. Ter uitvoering van dat tussenvonnis heeft de eisende partij een akte ingediend. Vervolgens is een datum voor vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
De kantonrechter heeft de eisende partij in het tussenvonnis in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de informatieplichten en het voornemen om het beding in de algemene voorwaarden met betrekking tot de bijkomende kosten te vernietigen en de buitengerechtelijke kosten af te wijzen.
2.2.
In de akte na tussenvonnis heeft de eisende partij toegelicht op welke wijze zij heeft voldaan aan de voorschriften met betrekking tot de informatieplichten. De kantonrechter is van oordeel dat uit de dagvaarding en de akte voldoende blijkt dat de eisende partij heeft voldaan aan de voorschriften zoals genoemd in r.o. 2.2. van het tussenvonnis.
2.3.
Met betrekking tot de bijkomende kosten en de buitengerechtelijke kosten heeft de eisende partij bij akte laten weten haar vordering met het bedrag van de incassokosten te verminderen.
2.4.
De slotsom luidt dat de hoofdsom vermeerderd met de wettelijke rente zal worden toegewezen en de incassokosten zullen worden afgewezen.
2.5.
De gedaagde partij wordt grotendeels in het ongelijk gesteld en wordt daarom in de proceskosten veroordeeld.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt de gedaagde partij tot betaling aan de eisende partij van € 67,59, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de vervaldag van de ingebrekestelling tot aan de dag van volledige betaling;
3.2.
veroordeelt de gedaagde partij tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van de eisende partij tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 137,39
griffierecht € 130,00
salaris gemachtigde € 40,00
3.3.
verklaart de veroordeling(en) in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Woerdman en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter