Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.[gedaagde 1] ,
2.
[gedaagde 2],
3.
[gedaagde 3],
COÖPERATIEVE WINDENENERGIE VERENIGING
1.De procedure
- de pleitnotities van Liander.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak vordert Liander N.V. dat de gedaagden de executie van een tussenvonnis en eindvonnis staken. Het tussenvonnis verplichtte Liander om een elektriciteitsaansluiting in stand te houden, maar door werkzaamheden voorafgaand aan het vonnis was de aansluiting al niet meer in stand. De voorzieningenrechter oordeelt dat Liander niet in staat was om aan de veroordeling te voldoen en dat er daarom geen dwangsommen zijn verbeurd. De partijen zijn in onderhandeling over de afwikkeling van het geschil, en Liander heeft geen belang bij een verbod tot executie van het eindvonnis. De voorzieningenrechter wijst de vordering van Liander toe, waarbij gedaagden worden veroordeeld om de executie van het tussenvonnis te staken, met een dwangsom van € 100.000,- bij niet-nakoming. De proceskosten worden toegewezen aan Liander, die in het ongelijk is gesteld over de verbeurde dwangsommen.