Op 23 december 2024 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de beëindiging van het ouderlijk gezag van de ouders over hun minderjarige kind, geboren op [geboortedatum]. De Raad voor de Kinderbescherming had verzocht om het gezag van de ouders te beëindigen en de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering als voogd te benoemen. De rechtbank oordeelde dat de ouders, ondanks hun liefde voor het kind, niet in staat zijn om op een goede manier uitvoering te geven aan hun taak als gezaghebbende ouders. Dit werd onderbouwd door de ernstige bedreigingen in de ontwikkeling van het kind, die voortkwamen uit de opvoedvaardigheden van de ouders en hun onvermogen om samen te werken met de betrokken instanties. De rechtbank concludeerde dat het in het belang van het kind is om het gezag van de ouders te beëindigen en de GI tot voogd te benoemen, zodat het kind in een veilige en stabiele omgeving kan opgroeien. De ouders waren niet verschenen op de zitting en hebben hun standpunt niet kenbaar gemaakt, wat de rechtbank leidde tot de conclusie dat zij niet instemden met het verzoek. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.