In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 30 december 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot stiefouderadoptie. Verzoeker, die samenwoont met de moeder van de minderjarige, heeft verzocht om de adoptie van de minderjarige, geboren op [geboortedatum] te [plaats]. De biologische vader van de minderjarige is overleden, en de moeder heeft het eenhoofdig gezag over de minderjarige. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker al geruime tijd een belangrijke rol vervult in het leven van de minderjarige en dat er een sterke band tussen hen bestaat. De Raad voor de Kinderbescherming heeft positief geadviseerd over de adoptie, waarbij is opgemerkt dat de adoptie in het belang van de minderjarige is en dat de band met de halfzus van de minderjarige niet zal worden aangetast. De rechtbank heeft geoordeeld dat aan alle wettelijke voorwaarden voor adoptie is voldaan en heeft het verzoek tot adoptie toegewezen. Tevens is bepaald dat de geslachtsnaam van de minderjarige na de adoptie ongewijzigd blijft. De rechtbank heeft de beschikking openbaar uitgesproken en de griffier opgedragen om de beschikking in het gezagsregister te registreren.