Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.SAMSUNG ELECTRONICS BENELUX B.V.,
1.De procedure
- de rolbeslissing van 24 april 2024 en de daarin genoemde stukken;
- de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring (artikel 210 Rv) en aanhouding (artikel 208 Rv);
- de brief van 14 juni 2024 van CCC;
- de brief van 18 juni 2024 van Samsung;
- de conclusie van antwoord in het aanhoudingsincident en het vrijwaringsincident van CCC;
- de conclusie van antwoord in incident van STEP.
2.Het geschil in de incidenten
3.De beoordeling in het aanhoudingsincident
follow-onprocedures naar aanleiding van een boetebesluit van een nationale mededingingsautoriteit.
stand alone-vordering.
4.De beoordeling in het vrijwaringsincident
5.In de hoofdzaak
Conclusie van antwoord (artikel 1018c lid 5 Rv)
óór alle weren op de voor het nemen van de conclusie van antwoord bepaalde roldatum” moet worden ingesteld. Daaruit volgt dat bevoegdheid bestaat om de desbetreffende incidentele vordering in te stellen alvorens ten principale te antwoorden. [6] Samsung heeft daarmee dus niet haar recht op het nemen van een conclusie van antwoord (over de ontvankelijkheid) verspeeld. Dat kan anders zijn als sprake is van misbruik van (proces)recht. Daarvan is niet gebleken. De enkele stelling dat CCC zich niet aan de indruk kan onttrekken dat Samsung de incidenten heeft opgeworpen met het doel de procedure te vertragen is daarvoor onvoldoende.
6.De beslissing
31 juli 2024voor het opgeven van verhinderdata door alle partijen voor de periode februari tot en met april 2025;
23 oktober 2024voor conclusie van antwoord aan de zijde van Samsung, over de onderwerpen als bedoeld in artikel 1018c lid 5 Rv;
31 juli 2024voor:
- het opgeven van verhinderdata door alle partijen voor de periode februari tot en met april 2025;
- akte aan de zijde van CCC en STEP met de in 5.5 van dit vonnis genoemde inhoud;