In deze zaak vorderen passagiers schadevergoeding van de vervoerder, Royal Air Maroc, vanwege een langdurige vertraging van hun vlucht AT851 van Amsterdam naar Casablanca op 31 oktober 2022. De passagiers hebben een vervoersovereenkomst gesloten met de vervoerder en eisen compensatie op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. De vervoerder heeft de vordering betwist, maar de kantonrechter oordeelt dat de vervoerder de vertragingsduur onvoldoende gemotiveerd heeft betwist. De kantonrechter stelt vast dat de handtekeningen van de passagiers op de volmachten overeenkomen met die op hun paspoorten, waardoor de gemachtigde, Yource B.V., bevoegd is om de procedure te voeren. De kantonrechter oordeelt dat de passagiers voldoende hebben aangetoond dat de vlucht met meer dan 25 uur vertraging is uitgevoerd, en dat de vervoerder geen beroep heeft gedaan op buitengewone omstandigheden. De vordering tot betaling van € 2.800,00 wordt toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de vluchtdatum. De kantonrechter compenseert de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten draagt, en verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten wordt afgewezen, omdat de passagiers niet hebben aangetoond dat de aanmaningen daadwerkelijk zijn verstuurd.