ECLI:NL:RBNHO:2024:13791

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
18 december 2024
Publicatiedatum
10 januari 2025
Zaaknummer
8163523 \ CV EXPL 19-17624
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraging van vlucht door buitengewone omstandigheden

In deze zaak vorderen de passagiers compensatie van de vervoerder, British Airways Plc, vanwege een vertraging van hun vlucht van New York naar Amsterdam op 18 en 19 juli 2017. De passagiers hadden een vervoersovereenkomst met de vervoerder en zijn door de vertraging van hun aansluitende vlucht naar Amsterdam, die zij gemist hebben, 5 uur later aangekomen dan gepland. De passagiers eisen een schadevergoeding van € 1.200,00, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die compensatie voorschrijft bij vertragingen van meer dan drie uur.

De vervoerder betwist de vordering en voert aan dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk lange taxi-tijden die buiten hun invloed lagen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de lange taxi-tijd inderdaad als een buitengewone omstandigheid kan worden gekwalificeerd, omdat de luchtverkeersleiding verantwoordelijk was voor de vertraging en de vervoerder geen invloed had op het tijdsverloop tussen het vertrek van de gate en het opstijgen. De kantonrechter concludeert dat de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging te voorkomen en dat de passagiers, ondanks de vertraging, met minder dan 24 uur vertraging op hun eindbestemming zijn aangekomen.

Uiteindelijk wijst de kantonrechter de vordering van de passagiers af en veroordeelt hen tot betaling van de proceskosten, omdat zij ongelijk krijgen. De proceskosten worden vastgesteld op € 408,00 aan salaris van de gemachtigde van de vervoerder, plus € 102,00 aan nakosten, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 14 dagen na betekening van het vonnis.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8163523 \ CV EXPL 19-17624
Uitspraakdatum: 18 december 2024
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

1.[eiser 1],

2.
[eiser 2],beiden wonende te [plaats]
eisers
hierna gezamenlijk te noemen: de passagiers
gemachtigde: mr. R.A.C. Telkamp
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
British Airways Plc
gevestigd te Cardiff (Verenigd Koninkrijk)
gedaagde
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. J.J.O. Zandt

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding:
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek;
- de akte eisers.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben met de vervoerder een vervoersovereenkomst gesloten. Op grond daarvan moest de vervoerder hen op 18 en 19 juli 2017 vervoeren van New York via Londen naar Amsterdam, met de vluchten BA174 en BA430.
2.2.
De vlucht van New York naar Londen (BA174, hierna: de vlucht) is vertraagd uitgevoerd. De passagiers hebben hun aansluitende vlucht naar Amsterdam gemist. De passagiers zijn omgeboekt naar vlucht BA438.
2.3.
De passagiers zijn 5 uur later dan oorspronkelijk gepland in Amsterdam aangekomen.
2.4.
De passagiers hebben compensatie van de vervoerder gevorderd. De vervoerder heeft niet uitbetaald.

3.Het geschil

3.1.
De passagiers vorderen dat de vervoerder, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 1.200,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 19 juli 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 181,50 dan wel € 217,80 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
De passagiers baseren hun vordering op de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening) en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat de vervoerder hen vanwege de vertraging van de vlucht moet compenseren met een bedrag van € 600,- per passagier (artikel 7 van de Verordening).
3.3.
De vervoerder betwist de vordering. Op zijn verweer wordt bij de beoordeling van het geschil ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat hij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
Niet in geschil is dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur op de overeengekomen eindbestemming zijn aangekomen, zodat de vervoerder in beginsel een compensatieplicht heeft.
4.3.
De vervoerder heeft een beroep op buitengewone omstandigheden gedaan. Hij heeft in dit verband aangevoerd dat de vertraging van de vertraging van de vlucht is veroorzaakt door een lange taxi tijd van de gate naar de baan (taxi out) en van de baan naar de gate (taxi in). Het vluchtrapport vermeldt in dit kader een ‘taxi out’ tijd van 68 minuten en een ‘taxi in’ tijd van 17 minuten. De vervoerder heeft toegelicht dat de gemiddelde ‘taxi out’ tijd op dit traject 37 minuten bedraagt. Dit is meer dan een halfuur korter dan de ‘taxi out’ tijd van de vlucht op 18 juli 2017. Ten aanzien van de ‘taxi in’ tijd heeft de vervoerder toegelicht dat de gemiddelde ‘taxi in’ tijd op dit traject 9 minuten bedraagt. De reden voor de lange taxi-tijden is volgens de vervoerder gelegen in het feit dat de luchtverkeersleiding (in verband met slechte weersomstandigheden) niet eerder de vereiste toestemming gaf. Als gevolg van het voorgaande is de vlucht met 35 minuten vertraging in Londen aangekomen (onderweg heeft de vlucht dus vier minuten vertraging ingehaald).
4.4.
De kantonrechter is van oordeel dat de lange(re) taxi-tijd kwalificeert als een buitengewone omstandigheid. De vervoerder heeft immers geen invloed op het tijdsverloop tussen het vertrek van de gate en het moment van opstijgen (en andersom). Tussen het moment dat een toestel vertrekt van de gate (‘
off blocks’) en het moment dat een vliegtuig opstijgt (‘
airborne’) (en andersom) is het toestel afhankelijk van de luchtverkeersleiding. Dit is een omstandigheid die buiten de invloedssfeer van een luchtvaartmaatschappij ligt. De reden voor het afgeven van een instructie door de luchtverkeersleiding is in beginsel niet relevant voor de kwalificatie als buitengewone omstandigheid.
4.5.
De vraag of de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging van de passagiers te voorkomen dan wel te beperken moet bevestigend worden beantwoord. De buitengewone omstandigheden hebben tot een aankomstvertraging van 35 minuten geleid. De kantonrechter concludeert dat, ook al had de vervoerder voldoende buffer in de overstaptijd van de passagiers ingeruimd, de passagiers hun aansluitende vlucht(en) niet meer hadden kunnen halen. De vervoerder heeft de passagiers omgeboekt naar vlucht BA438. De passagiers zijn daarmee met minder dan 24 uur vertraging op hun eindbestemming aangekomen. Onder deze omstandigheden kan niet worden geoordeeld dat de door de vervoerder aangeboden alternatieve vlucht geen redelijke maatregel vormt. Niet valt in te zien welke maatregelen de vervoerder nog meer of anders had kunnen nemen om de vertraging te voorkomen. Gelet op het voorgaande zal de vordering van de passagiers worden afgewezen.
4.6.
De proceskosten komen voor rekening van de passagiers, omdat zij ongelijk krijgen. Daarbij worden de passagiers ook veroordeeld tot betaling van nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door de vervoerder worden gemaakt. De rente over de proces- en nakosten wordt toegewezen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de vervoerder worden vastgesteld op een bedrag van € 408,00 aan salaris van de gemachtigde van de vervoerder en veroordeelt de passagiers tot betaling van € 102,00 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt
,vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;
5.3.
verklaart dit vonnis – voor wat de proceskostenveroordeling betreft – uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter