ECLI:NL:RBNHO:2024:13792

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
4 december 2024
Publicatiedatum
10 januari 2025
Zaaknummer
10404164 \ CV EXPL 23-1670
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding wegens gemiste vlucht en de beoordeling van de no-show status van de passagier

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 4 december 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen AirHelp Germany GmbH, eiseres, en British Airways Plc, gedaagde. De zaak betreft een vordering tot schadevergoeding van € 600,00 door AirHelp, die de vordering heeft overgenomen van een passagier die zijn aansluitende vlucht naar Delhi heeft gemist door een vertraging van de eerdere vlucht van Amsterdam naar Londen. De passagier had een vervoersovereenkomst met British Airways en claimde compensatie op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de passagier niet met de alternatieve vlucht UK18 is meegevlogen, wat door de vervoerder werd betwist. De vervoerder voerde aan dat de passagier als 'no-show' was geregistreerd, wat werd onderbouwd met bewijsstukken van de luchtvaartmaatschappij Vistara. De kantonrechter oordeelde dat de enkele verklaring van de passagier niet voldoende was om het verweer van de vervoerder te weerleggen. AirHelp had niet de nodige aanvullende feiten en omstandigheden aangedragen om haar stelling te onderbouwen.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van AirHelp afgewezen en de proceskosten, die op € 270,- zijn vastgesteld, voor rekening van AirHelp gelegd. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de vervoerder de proceskosten kan vorderen, zelfs als AirHelp in hoger beroep gaat. Dit vonnis benadrukt het belang van voldoende bewijs in geschillen over compensatie bij gemiste vluchten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10404164 \ CV EXPL 23-1670
Uitspraakdatum: 4 december 2024
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de rechtspersoon naar buitenlands recht
AirHelp Germany GmbHgevestigd te Berlijn (Duitsland)
eiseres
hierna te noemen: Airhelp
gemachtigde: Lof Legal Services
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
British Airways Plc
gevestigd te Harmondsworth (Verenigd Koninkrijk)
gedaagde
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. J.J.O. Zandt

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding:
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Airhelp heeft, ondanks dat zij daartoe in de gelegenheid is gesteld, niet meer gereageerd op de (producties bij de) conclusie van dupliek.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[betrokkene] (hierna: de passagier) heeft met de vervoerder een vervoersovereenkomst gesloten. Op grond daarvan moest de vervoerder hem op 1 september 2022 vervoeren van Schiphol via Londen Heathrow (Verenigd Koninkrijk) naar Delhi (India), met de vluchten BA433 en BA257.
2.2.
Vlucht BA433 van Amsterdam naar Londen is vertraagd uitgevoerd. De passagier heeft zijn aansluitende vlucht BA257 naar Delhi gemist. De passagier is omgeboekt naar vlucht UK18.
2.3.
De passagier heeft zijn eventuele vorderingsrecht overgedragen aan Airhelp.

3.Het geschil

3.1.
Airhelp vordert dat de vervoerder, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 600,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de datum van de vlucht tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de nakosten.
3.2.
Airhelp baseert haar vordering op de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening) en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). Airhelp stelt dat de vervoerder vanwege de vertraging van de vlucht moet compenseren met een bedrag van € 600,- (artikel 7 van de Verordening).
3.3.
De vervoerder betwist de vordering. Op zijn verweer wordt bij de beoordeling van het geschil ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat hij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
Het meest verstrekkende verweer van de vervoerder is dat de passagier niet met de alternatieve vlucht UK18 is meegevlogen. Volgens de vervoerder was sprake van een ‘no-show’, omdat de passagier zelf niet is komen opdagen voor vlucht UK18. Ter onderbouwing van zijn verweer heeft de vervoerder de PNR overgelegd. Hieruit blijkt dat Vistara (de uitvoerende luchtvaartmaatschappij van vlucht UK18) de passagier in het gezamenlijke boekingsdocument als no-show heeft geregistreerd. [1] Dit is in lijn met de door de vervoerder overgelegde verklaringen van Vistara. [2] Ten slotte heeft de vervoerder een schermafdruk van een Excel sheet overgelegd waaruit volgt dat het ticket van de passagier nog altijd ongebruikt is.
4.3.
De kantonrechter overweegt als volgt. Gelet op het gemotiveerde betoog van de vervoerder, is de enkele verklaring van de passagier dat hij wél met vlucht UK18 is meegevlogen onvoldoende om het verweer van de vervoerder te ontkrachten. Het had op de weg van Airhelp gelegen om meer feiten en omstandigheden aan te voeren waaruit de juistheid van haar stelling kan volgen. Nu Airhelp heeft nagelaten om haar stelling met aanvullende stukken te onderbouwen, is niet komen vast te staan dat de passagier met meer dan drie uur vertraging op de eindbestemming is gearriveerd.
4.4.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de vordering tot betaling van de hoofdsom wordt afgewezen. De proceskosten en de nakosten (en de wettelijke rente daarover) komen voor rekening van Airhelp, omdat zij ongelijk krijgt.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt Airhelp tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de vervoerder worden vastgesteld op een bedrag van € 270,- aan salaris van de gemachtigde van de vervoerder en veroordeelt Airhelp tot betaling van € 67,50 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt
,vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening.
5.3.
verklaart dit vonnis – voor wat de proceskostenveroordeling betreft – uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.PAX OFFLOADED AT UK18 GATE 01SEP DUE NOSHOW
2.E-mail van 22 december 2023: “(…) This customer has not boarded the flight from LHR and his ticket coupon is showing open also.”