In deze zaak hebben de passagiers, vertegenwoordigd door Yource B.V., een vordering ingesteld tegen de vervoerder Royal Air Maroc wegens vertraging van hun vlucht AT681 van Amsterdam naar Nador op 9 mei 2023. De passagiers zijn met meer dan drie uur vertraging op hun eindbestemming aangekomen en eisen compensatie op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004. De passagiers vorderen een schadevergoeding van € 800,00, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De vervoerder heeft de vordering betwist en een beroep gedaan op buitengewone omstandigheden, maar de kantonrechter oordeelt dat de passagiers onvoldoende hebben aangetoond dat er sprake was van dergelijke omstandigheden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat hij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen en dat de gemachtigde van de passagiers voldoende bevoegd was om deze procedure te voeren. Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van de passagiers afgewezen en hen veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 270,- aan salaris van de gemachtigde van de vervoerder. Het vonnis is uitgesproken op 11 december 2024.