De GI
De GI heeft het resterende verzoek om [de minderjarige] aansluitend voor zes maanden uit huis te plaatsen gehandhaafd. Als onderbouwing van dit verzoek is namens de GI het volgende naar voren gebracht. [de minderjarige] is op 29 mei 2024 vanuit de gesloten jeugdzorgplus naar een eengezinswoning van zorgaanbieder ZIJN verhuisd. Bij aanvang waren er zes medewerkers voor 24-uursbegeleiding en dat is inmiddels opgeschaald naar zeven. Er zijn (nog steeds) forse zorgen over de seksuele ongeremdheid en emotieregulatie van [de minderjarige] . Hij geeft zelf ook aan dat hij last heeft van de seksuele gebeurtenissen in het verleden en dat hij hier herbelevingen, nachtmerries en agressieproblematiek aan heeft overgehouden.
De escalatiemomenten worden steeds heftiger. Zo heeft de politie recent in oktober 2024 [de minderjarige] na een escalatie pas na inzet van maar liefst acht politiemannen rustig gekregen.
Buurtbewoners hebben hun zorgen gedeeld, omdat er veel jonge gezinnen met kinderen in de wijk wonen, waarop ZIJN aan de GI heeft laten weten dat de locatie niet passend is voor [de minderjarige] . Tot op heden is er echter geen passend alternatief gevonden. Het is daarbij van belang dat de huidige begeleiders mee kunnen gaan naar de nieuwe locatie.
Sinds de verhuizing is de omgang van [de minderjarige] met zijn ouders, broers en zussen steeds opgebouwd. Ten tijde van de zitting heeft hij vijf uur (deels begeleide) omgang met het gezin thuis en in het weekend in principe bij ZIJN, ook voor vijf uur. Als de ouders niet kunnen komen, gaat [de minderjarige] naar hen toe. Verder heeft hij regelmatig omgang met zijn oma en opa.
Verder is [de minderjarige] bij de Waag gestart met behandeling gericht op zijn grensoverschrijdend gedrag, agressie- en emotieregulatie en traumaverwerking. Er moet begonnen worden met zijn individuele behandeling, voordat er hulp wordt ingezet gericht op het systeem. De focus zal daarom eerst liggen op de individuele therapie. Er moet verder een veiligheidsplan worden gemaakt, zodat [de minderjarige] bij de behandeling kan vertellen over het verleden. Er is namelijk niet bekend in hoeverre dit impact op hem zal hebben en/of dit herbelevingen zal oproepen. De ouders moeten meegenomen worden in de behandeling.
Daarbij is het voor [de minderjarige] van belang dat zijn ouders er onvoorwaardelijk voor hem zijn.
De komende periode zal ook bekeken worden of er duidelijkheid kan komen over het toekomstperspectief van [de minderjarige] . Daar valt nu nog niets over te zeggen. De zorgen zijn op dit moment nog onverkort aanwezig. [de minderjarige] heeft vooral veel last van de herbelevingen van gebeurtenissen in het verleden die bij hem opkomen als hij alleen op zijn kamer is.
Daarnaast gaat [de minderjarige] sinds oktober 2024 naar school ( [school] ). Op dit moment gaat hij drie dagen per week, halve dagen. Zijn begeleider gaat mee en begeleidt hem één op één op school. [de minderjarige] vindt het fijn weer naar school te gaan en contacten te hebben met andere leerlingen