Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.VVE [VvE I] ,
2.
VVE [VvE II],
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties.
2.De beoordeling
3.De beslissing
woensdag 18 december 2024.
Rechtbank Noord-Holland
In deze civiele zaak, die diende bij de Rechtbank Noord-Holland, is op 13 november 2024 een vonnis gewezen. De zaak betreft een geschil tussen twee Verenigingen van Eigenaren (VvE I en VvE II) uit Amsterdam en BOT BOUW B.V. uit Heerhugowaard. De eisende partijen, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.P. Zieltjens, hebben de gedaagde partij aangeklaagd. De procedure begon met een dagvaarding op 9 januari 2024, gevolgd door een conclusie van antwoord met producties van de gedaagde partij, vertegenwoordigd door advocaat mr. A. de Groot.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat een rechter die bij deze rechtbank werkzaam is, woonachtig is in een van de appartementencomplexen die bij deze zaak betrokken zijn. Dit leidt tot de conclusie dat de rechtbank, op basis van artikel 46b van de Wet op de rechterlijke organisatie (Wet RO), de zaak niet zelf kan behandelen. De rechtbank heeft daarom besloten de zaak door te verwijzen naar de rechtbank Amsterdam, waar de griffier de partijen zal informeren over het verdere verloop van de procedure.
De beslissing om de zaak te verwijzen is op 18 december 2024 genomen, en het vonnis is openbaar uitgesproken op 13 november 2024. Deze doorverwijzing is een belangrijke stap in de procedure, aangezien het de verdere behandeling van de zaak in een andere rechtbank mogelijk maakt.