ECLI:NL:RBNHO:2024:13989

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
18 december 2024
Publicatiedatum
3 februari 2025
Zaaknummer
11185244 \ CV EXPL 24-4522
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van onbetaalde facturen van een energiecontract en de geldigheid van contractsovername

In deze zaak heeft Intrum Nederland B.V. betaling gevorderd van [gedaagde 2] voor een aantal onbetaalde facturen van een energiecontract. [gedaagde 2] betwist echter dat hij de contractuele wederpartij was van het energiecontract, omdat hij stelt dat het contract is overgenomen door New Harvest B.V. De kantonrechter heeft op 18 december 2024 geoordeeld dat het verweer van [gedaagde 2] slaagt. De rechter heeft vastgesteld dat het energiecontract aanvankelijk door [gedaagde 2] was afgesloten, maar dat hij de activa en passiva van zijn eenmanszaak per 1 januari 2020 heeft overgedragen aan New Harvest. Dit is schriftelijk vastgelegd bij de notaris, wat betekent dat aan de vereisten voor contractsovername is voldaan.

De rechter heeft verder overwogen dat Vattenfall, de leverancier van het energiecontract, stilzwijgend heeft meegewerkt aan de contractsovername door New Harvest. Dit blijkt uit het feit dat Vattenfall het factuuradres op verzoek van [gedaagde 2] heeft gewijzigd naar dat van New Harvest en dat alle communicatie over het energiecontract vanaf dat moment via New Harvest verliep. Aangezien alle facturen waarvoor Intrum betaling vordert, zijn gedateerd na de contractsovername, heeft de kantonrechter geoordeeld dat de vorderingen van Intrum niet toewijsbaar zijn. Intrum is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten van [gedaagde 2] vergoeden, die zijn begroot op € 50,00 aan verletkosten.

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-HOLLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer: 11185244 \ CV EXPL 24-4522
Vonnis van 18 december 2024
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Intrum Nederland B.V.
gevestigd te Amsterdam,
eisende partij
hierna te noemen: Intrum
procederend bij monde van [gemachtigde] en mr. I.J.M. van Setten
tegen
[gedaagde 1]
wonende te [plaats]
gedaagde partij
hierna te noemen: [gedaagde 2]
procederend in persoon
De zaak in het kort
Intrum heeft betaling van [gedaagde 2] gevorderd van een aantal onbetaalde facturen van een energiecontract. [gedaagde 2] betwist dat hij de contractuele wederpartij was van het energiecontract. Hij voert aan dat het energiecontract is overgenomen door een ander. Het verweer van [gedaagde 2] slaagt en de vorderingen van Intrum worden afgewezen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 11 september 2024
- de mondelinge behandeling van 3 december 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde 2] heeft een eenmanszaak gehad onder de naam [bedrijf] (hierna: de eenmanszaak).
2.2.
[gedaagde 2] heeft in 2009 een energiecontract afgesloten bij (de voorganger van) Vattenfall Sales Nederland N.V. (hierna: Vattenfall). Het contract stond op naam van de eenmanszaak.
2.3.
Het energiecontract is per 31 januari 2023 opgezegd.
2.4.
Een aantal termijnbedragen van het energiecontract en de jaarafrekening over de periode van 21 januari 2022 tot 20 januari 2023 zijn niet betaald.
2.5.
Vattenfall heeft de vordering tot betaling van de onder 2.3. genoemde facturen overgedragen aan Intrum.

3.Het geschil

3.1.
Intrum vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde 2] tot betaling van € 5.055,74, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
[gedaagde 2] voert verweer. [gedaagde 2] concludeert tot afwijzing van de vorderingen van Intrum.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Volgens Intrum is [gedaagde 2] tekort geschoten in de nakoming van het energiecontract. [gedaagde 2] heeft de facturen van Vattenfall namelijk niet betaald. Daarom moet [gedaagde 2] deze facturen, ter waarde van € 3.950,51, alsnog betalen. Ook vordert Intrum wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten omdat [gedaagde 2] in verzuim was en Intrum genoodzaakt was om een incassobureau in te schakelen.
4.2.
[gedaagde 2] betwist dat hij gehouden is tot betaling van de openstaande facturen. Hij voert aan dat hij de activa en de passiva van de eenmanszaak per 1 januari 2020 heeft overgedragen aan de besloten vennootschap New Harvest B.V. (hierna: New Harvest). Hij heeft Vattenfall op 11 juni 2020 per e-mail verzocht om het factuuradres van het energiecontract te wijzigen naar New Harvest. Daarom heeft New Harvest het contract overgenomen en was New Harvest vanaf dat moment de contractspartij van Vattenfall. Vattenfall heeft in de tussentijd ook steeds de betalingen van New Harvest ontvangen. Alle communicatie over het energiecontract verliep vanaf dat moment ook via New Harvest, aldus [gedaagde 2].
4.3.
Intrum heeft hier tegenin gebracht dat Vattenfall niet op de hoogte was van de wens van [gedaagde 2] om het contract over te dragen aan New Harvest en Intrum ook niet. De e-mail met het verzoek om het factuuradres te wijzigen was daarvoor onvoldoende, aldus Intrum.
4.4.
De kantonrechter overweegt als volgt. Vast staat dat het energiecontract aanvankelijk door [gedaagde 2] is afgesloten en dat de facturen niet zijn betaald. In beginsel moet [gedaagde 2] deze facturen dus betalen. [gedaagde 2] voert echter aan dat het energiecontract is overgenomen door New Harvest. In dat geval is de vordering tegen [gedaagde 2] niet toewijsbaar. Daarom moet worden beoordeeld of New Harvest het contract (geldig) heeft overgenomen van [gedaagde 2].
4.5.
Iemand die een overeenkomst heeft, kan zijn rechtsverhouding tot zijn contractuele wederpartij overdragen aan een ander. In dat geval gaan alle rechten en plichten over op die ander. Daarvoor moeten wel alle drie betrokken partijen akkoord gaan. Daarnaast is daarvoor een akte (een schriftelijk document) nodig die is opgesteld tussen degene die het contract overdraagt en degene die het contract overneemt. [1]
4.6.
[gedaagde 2] stelt dat de overname van alle activa en passiva van de eenmanszaak door New Harvest schriftelijk is vastgelegd bij de notaris. Intrum heeft dit niet betwist, zodat dit in deze procedure vast staat. Aan het vereiste van een akte is daarmee voldaan.
4.7.
De vervolgvraag is of Vattenfall heeft meegewerkt aan de contractsovername door New Harvest. Intrum heeft dit gemotiveerd betwist. Het verlenen van medewerking aan een contractsoverneming kan zowel uitdrukkelijk als stilzwijgend gebeuren. Er is niet gesteld of gebleken dat Vattenfall uitdrukkelijk heeft ingestemd met de contractsovername.
4.8.
De kantonrechter oordeelt echter dat Vattenfall stilzwijgend heeft meegewerkt. Voor stilzwijgende medewerking is nodig dat uit de gedragingen van Vattenfall blijkt dat zij New Harvest als haar nieuwe wederpartij aanvaardde. In het algemeen is het enkele accepteren van betalingen van degene die het contract overnam, daarvoor onvoldoende. In dit geval heeft Vattenfall echter meer gedaan. Zij heeft op verzoek van [gedaagde 2] het factuuradres gewijzigd naar dat van New Harvest. Daarnaast is alle communicatie over het energiecontract vanaf dat moment via New Harvest gelopen. Daarom heeft Vattenfall stilzwijgend meegewerkt aan de contractsovername en is New Harvest per 11 juni 2020 de contractspartij van het energiecontract geworden.
4.9.
Alle facturen waarvan Intrum betaling vordert zijn van na deze datum. Dit betekent dat het verweer van [gedaagde 2] slaagt en de vorderingen van Intrum moeten worden afgewezen.
4.10.
Intrum is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [gedaagde 2] worden begroot op € 50,00 aan verletkosten.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vorderingen van Intrum af,
5.2.
veroordeelt Intrum in de proceskosten van € 50,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper en in het openbaar uitgesproken op 18 december 2024.

Voetnoten

1.Artikel 6:159 van het Burgerlijk Wetboek (BW).