ECLI:NL:RBNHO:2024:13989
Rechtbank Noord-Holland
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van onbetaalde facturen van een energiecontract en de geldigheid van contractsovername
In deze zaak heeft Intrum Nederland B.V. betaling gevorderd van [gedaagde 2] voor een aantal onbetaalde facturen van een energiecontract. [gedaagde 2] betwist echter dat hij de contractuele wederpartij was van het energiecontract, omdat hij stelt dat het contract is overgenomen door New Harvest B.V. De kantonrechter heeft op 18 december 2024 geoordeeld dat het verweer van [gedaagde 2] slaagt. De rechter heeft vastgesteld dat het energiecontract aanvankelijk door [gedaagde 2] was afgesloten, maar dat hij de activa en passiva van zijn eenmanszaak per 1 januari 2020 heeft overgedragen aan New Harvest. Dit is schriftelijk vastgelegd bij de notaris, wat betekent dat aan de vereisten voor contractsovername is voldaan.
De rechter heeft verder overwogen dat Vattenfall, de leverancier van het energiecontract, stilzwijgend heeft meegewerkt aan de contractsovername door New Harvest. Dit blijkt uit het feit dat Vattenfall het factuuradres op verzoek van [gedaagde 2] heeft gewijzigd naar dat van New Harvest en dat alle communicatie over het energiecontract vanaf dat moment via New Harvest verliep. Aangezien alle facturen waarvoor Intrum betaling vordert, zijn gedateerd na de contractsovername, heeft de kantonrechter geoordeeld dat de vorderingen van Intrum niet toewijsbaar zijn. Intrum is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten van [gedaagde 2] vergoeden, die zijn begroot op € 50,00 aan verletkosten.