In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, op 10 september 2024 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure. De zaak betreft een verzoek van De Haan & Hilbers B.V., de executeur van de nalatenschap van een overleden betrokkene, die niet akkoord ging met de eindrekening en verantwoording van de bewindvoerder. De kantonrechter heeft kennisgenomen van verschillende stukken, waaronder de eindrekening en verantwoording, en heeft op 10 juni 2024 een mondelinge behandeling gehouden.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een bewind was ingesteld over de goederen van de betrokkene wegens haar geestelijke of lichamelijke toestand. Na het overlijden van de betrokkene heeft de executeur bezwaar gemaakt tegen de eindrekening van de bewindvoerder, die volgens de executeur onterecht schenkingen heeft gedaan en niet verantwoorde uitgaven heeft gedaan. De bewindvoerder heeft verweer gevoerd en gesteld dat de uitgaven in het belang van de betrokkene zijn gedaan.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de bewindvoerder onterecht schenkingen heeft gedaan zonder machtiging van de kantonrechter en dat er geen rechtens te beschermen belang meer is na het overlijden van de betrokkene. De erfgenamen kunnen niet worden ontvangen in hun verzoek tot schadevergoeding, omdat zij in dat geval de civielrechtelijke procedure moeten volgen. De kantonrechter heeft het verzoek van de erfgenamen dan ook niet-ontvankelijk verklaard.