ECLI:NL:RBNHO:2024:14026
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Einduitspraak na tussenuitspraak inzake Wob-verzoek van JVG Vastgoed Groep B.V. tegen gedeputeerde staten van Noord-Holland
Op 24 december 2024 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tussen JVG Vastgoed Groep B.V. en de gedeputeerde staten van Noord-Holland. Deze uitspraak volgt op een eerdere tussenuitspraak van 6 juni 2024, waarin de rechtbank constateerde dat er een gebrek zat in de besluitvorming van de gedeputeerde staten met betrekking tot een Wob-verzoek. De rechtbank had de gedeputeerde staten de gelegenheid gegeven om dit gebrek te herstellen. In de aanvullende motivering die op 18 juli 2024 werd ingediend, stelden de gedeputeerde staten dat er geen documenten waren die onder het Wob-verzoek vielen en dat de informatie die zij ontvingen uit het strafdossier vertrouwelijk was. De rechtbank oordeelde dat de gedeputeerde staten in hun motivering deels voldoende hadden gereageerd op het gebrek, maar dat er nog steeds een motiveringsgebrek was. Desondanks oordeelde de rechtbank dat eiseres niet in haar belangen was geschaad door dit gebrek. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit, maar liet de rechtsgevolgen van dat besluit in stand. Tevens werd de gedeputeerde staten opgedragen het griffierecht van € 360,- en de proceskosten van € 3.435,50 aan eiseres te vergoeden.