Uitspraak
[bedrijf] makelaardij vastgoed,
1.[gedaagde 1],2. [gedaagde 2],
1.De procedure
- de conclusie van antwoord,
- akte indienen aanvullende producties, tevens houdende wijziging/of verduidelijking vordering ex artikel 217 Rv,
- de mondelinge behandeling van 14 november 2024,
- de aantekeningen die de griffier tijdens de mondelinge behandeling heeft gemaakt,
- de eis in reconventie,
- de pleitnota van [eiser].
2.De feiten
“
Artikel 1 Het gehuurde.(…)
2.Huurderis aanhuurmakelaar en huurt van de verhuurder bij deze heeft [bedrijf] makelaardij toestemming van de verhuurder gekregen om zijn woning door te mogen verhuren.”
“
3.3. De huurprijs en het voorschot op de vergoeding voor bijkomende leveringen en diensten, zijn door de huurder aan de verhuurder bij vooruitbetaling verschuldigd, steeds te voldoen vóór of op de eerste dag van de periode waarop de betaling betrekking heeft”.
“
In verzuim zijn / boetebeding20.1Huurder is in verzuim door het enkele verloop van een bepaalde termijn.
20.2Voor elk geval dat huurder in verzuim is met de tijdige en volledige betaling van een geldsom, is hij 1% rente per maand verschuldigd over de verschuldigde hoofdsom vanaf de vervaldatum tot aan de dag van algehele voldoening van de hoofdsom. Hierbij wordt een gedeelte van een maand als een volledige maand aangemerkt.20.3Indien een van partijen toerekenbaar tekortschiet in de nakoming van enige verplichting welke ingevolge de wet en/of huurovereenkomst op haar rust en de andere partij daardoor gerechtelijke en/of buitengerechtelijke maatregelen moet nemen, zijn alle daaruit voortvloeiende kosten voor rekening van de tekortschietende partij.20.4Ingeval het tekortschieten bestaat uit de niet tijdige betaling van een geldsom en in verband met de incassering daarvan buitengerechtelijke kosten moeten worden gemaakt, worden deze hierbij bepaald op ten minste 15% van het verschuldigde bedrag met een minimum van € 125,--. Ingeval de buitengerechtelijke incasso door een gemachtigde c.q. raadsman/raadsvrouw geschiedt, worden deze bedragen vermeerderd met de door verhuurder aan zijn gemachtigde c.q. raadsman/raadsvrouw over de buitengerechtelijke incassokosten verschuldigde omzetbelasting.20.5De aanspraak op vergoeding van de buitengerechtelijke kosten bestaat pas nadat de partij die tekortschiet schriftelijk door de andere partij is aangemaand, waarbij haar een redelijke termijn tot nakoming is gesteld en de nakoming binnen die termijn uitblijft.20.6Huurder is aan verhuurder een direct opeisbare boete van € 25,-- per kalenderdag verschuldigd voor elke verplichting uit deze overeenkomst met de bijbehorende algemene bepalingen die hij niet nakomt of overtreedt, onverminderd zijn verplichting om alsnog aan die verplichting te voldoen en onverminderd verhuurders overige rechten op schadevergoeding of anderszins. Genoemd bedrag is gebaseerd op het prijspeil 1 januari 2003 en wordt met ingang van 1 januari 2004 jaarlijks geïndexeerd.”