Uitspraak
1.De procedure
- de akte overlegging producties van [gedaagde] met 6 producties
- de aanvullende producties 8 en 9 van [eiser]
- de pleitaantekeningen die door [gedaagde] tijdens de mondelinge behandeling zijn overgelegd
- de descente in de woning van [eiser], die aansluitend op de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden.
2.De feiten
“
Additionele luchtkwaliteit metingen werden gedaan op(…)
waterstofsulfide (H2S)(…)
en ammoniak (NH3).(…)
We hebben vastgesteld dat de aanwezige gassen in de kruipruimte H2S (waterstofsulfide) en ammoniak omvatten, die beide kenmerkend zijn voor rioolgas.(…)
De geurwaardedrempels voor H2S en ammoniak liggen op zeer lage concentraties in de lucht, waardoor zelfs kleine hoeveelheden van deze gassen waarneembaar zijn voor de menselijke neus.”
“
Riool onderzocht vanaf het toilet naar het gemeente riool.Rook in de riolering geblazen en op meerdere plekken komt de rook onder de vloer vandaan in de woning. Hierdoor ontstaat er riool stank in de woning.Hierna de binnen riolering bekeken met een camera waaruit blijkt dat het gaat om een oude gresleiding. Deze is gescheurd en er zit nog een oude gemetselde put onder het toilet.Deze put is ook niet meer lucht dicht.De riolering in de voortuin is ook nog een oude gresleiding die overgaat in een p.v.c. riool van de gemeente.Advies de gehele binnen riolering vervangen voor p.v.c. om van de stankoverlast af te komen.”
3.Het geschil
[eiser] heeft verder een schermafbeelding van een appartement op Funda overgelegd, op grond waarvan de vordering tot een verblijfskostenvergoeding elders van € 275,00 per dag is gebaseerd.
Omdat [eiser] voor het eerst in oktober 2023 heeft geklaagd over de stankoverlast en het gebrek nog steeds niet is verholpen, heeft hij daarnaast recht op een huurprijsvermindering van 70%, aldus [eiser]. Stankoverlast kwalificeert namelijk als een gebrek in categorie B van het gebrekenboek van de Huurcommissie. [eiser] heeft van oktober 2023 tot oktober 2024 een huurprijs van € 2.750,00 per maand betaald, aldus heeft hij in totaal € 33.000,00 aan huur betaald over die periode. [eiser] was, gelet op de huurprijsvermindering van 70%, daarentegen een huurprijs van € 825,00 verschuldigd, zodat hij betaling van de te veel betaalde huur van in totaal € 23.100,00 van [gedaagde] vordert.