Uitspraak
1.De procedure
- de producties van [eiser]
- de producties van Ymere
- de mondelinge behandeling van 28 november 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Daaruit vloeit voort dat wanneer sprake is van een gebrek, de verhuurder dit gebrek moet herstellen. [2] Daar staat tegenover dat wanneer dringende werkzaamheden aan het gehuurde moeten plaatsvinden, de huurder daarvoor aan de verhuurder de gelegenheid moet geven. [3] Dat betekent ook dat de huurder redelijke voorstellen voor vervangende woonruimte moet aanvaarden, indien tijdelijke ontruiming van de woning noodzakelijk is voor het herstel van het gebrek. Verder kunnen gebreken in een huurwoning aanleiding zijn voor een (tijdelijk) huurverlaging en voor een verplichting van vergoeding van de door de huurder als gevolg van de gebreken geleden schade. Een verhuurder is bij gebreken echter niet verplicht om andere permanente woonruimte aan te bieden.