ECLI:NL:RBNHO:2024:14084

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
17 december 2024
Publicatiedatum
26 februari 2025
Zaaknummer
24-1407
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering urgentieverklaring op basis van medische situatie en hardheidsclausule in huisvestingsverordening

In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, gedaan op 17 december 2024, is de aanvraag van eisers voor een urgentieverklaring afgewezen. Eisers, een gezin met twee kinderen, woonden op de vierde verdieping van een flat zonder lift en stelden dat de medische situatie van eiseres, die niet in staat is om trap te lopen, hen in aanmerking zou moeten laten komen voor een urgentieverklaring. Het college van burgemeester en wethouders van Haarlem had de aanvraag eerder afgewezen op basis van een medisch advies van Argonaut, dat stelde dat er geen dringende noodzaak was voor een verhuizing. De rechtbank heeft het beroep van eisers ongegrond verklaard, oordelend dat het college in redelijkheid tot de afwijzing kon komen. De rechtbank concludeerde dat de medische situatie van eisers niet zodanig was dat deze hen ernstig bedreigde in hun gezondheid, en dat de hardheidsclausule niet van toepassing was. De rechtbank benadrukte dat de persoonlijke belangen van eisers niet zwaarder wogen dan de algemene belangen van een goede verdeling van schaarse woonruimte. De uitspraak bevat ook informatie over de mogelijkheid van hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 24/1407

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 december 2024 in de zaak tussen

[naam 1] en [naam 2], uit Haarlem, eisers (afzonderlijk eiser en eiseres)
(gemachtigde: mr. B. Wernik),
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem, het college

(gemachtigden: mr. C Schol en mr. M.J. Ferwerda).

Inleiding

1. Het gaat in deze uitspraak om de vraag of het college de door eisers aangevraagde urgentieverklaring kon weigeren.
1.1
Het college heeft deze aanvraag met het besluit van 2 februari 2023 afgewezen. Met het bestreden besluit van 5 maart 2024 op het bezwaar van eisers is het college bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.
1.2
Hiertegen is door eisers beroep ingesteld bij de rechtbank.
1.3
Het college heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.4
De rechtbank heeft het beroep op 8 oktober 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eisers, de gemachtigde van eisers en de gemachtigden van het college.

Totstandkoming van het bestreden besluit

2.1
Eisers wonen samen en hebben twee kinderen van 19 en 14 jaar oud. Zij wonen op de vierde verdieping op de [adres] ( [postcode] ) [plaats] . In het gebouw is geen lift aanwezig. Eisers hebben een huurwoning in de sociale sector. Eisers hebben op 29 augustus 2022 een aanvraag om een urgentieverklaring ingediend, waarbij is ingevuld dat mevrouw niet zwaar mag tillen en traplopen, dit verslechterd haar gezondheid volgens doktersonderzoeken.
2.2
Naar aanleiding van de aanvraag om een urgentieverklaring heeft op 21 september 2022 een gesprek plaatsgevonden. Op 21 december 2022 heeft de onafhankelijke arts van Argonaut op verzoek van het college een medisch advies uitgebracht. In het advies is onder meer vermeld dat eiseres belemmeringen ondervindt bij het traplopen, dat zij een medische aandoening heeft waar zij bij mobiliseren ongemak zal ervaren en er mobiliteitsbeperkingen zijn, maar niet zodanig dat daardoor een absoluut onvermogen tot traplopen is. Verder is vermeld dat er nog behandelopties zijn die de belemmeringen kunnen verminderen, en de conclusie dat er geen risico is op een medische noodsituatie binnen 6 maanden en dat een verhuizing op korte termijn niet noodzakelijk is.
2.3
Het college heeft aan de afwijzing van de aanvraag het advies van Argonaut ten grondslag gelegd. Naar aanleiding van het bezwaar van eiseres is opnieuw advies gevraagd aan de arts van Argonaut. In de rapportage van 15 augustus 2023 van Argonaut is vermeld dat eiseres eind januari 2023 is behandeld om de gynaecologische problematiek te verhelpen, dat uit de aangeleverde informatie blijkt dat de behandeling geslaagd is en ongecompliceerd is verlopen. Verder is vermeld dat eiseres aangeeft dat haar klachten hiermee echter niet verminderd zijn, maar dat er na de behandeling geen gynaecologische verklaring voor haar aanhoudende klachten is. De arts concludeert dat de belemmeringen die eiseres al jaren bij het traplopen ervaart onveranderd aanwezig blijven maar dat er geen absoluut onvermogen tot traplopen is. Vermeld is dat nadere diagnostiek mogelijk meer duidelijkheid kan geven over de oorzaak en de behandelmogelijkheden. Tot slot is vermeld dat de aanvullende informatie geen aanleiding geeft om het eerder gegeven advies te wijzigen.
2.4
Het college is in het bestreden besluit van 5 maart 2024 bij het standpunt gebleven dat eisers niet in aanmerking komen voor een urgentieverklaring en heeft verwezen naar het advies van de Adviescommissie voor bezwaarschriften. In het advies is vermeld dat de commissie van oordeel is dat het college mag afgaan op het advies van de arts en voorts dat het college voldoende heeft gemotiveerd waarom de hardheidsclausule in deze situatie niet wordt toegepast.

Beoordeling door de rechtbank

3. De rechtbank beoordeelt aan de hand van de gronden van het beroep of het college in dit geval de urgentieverklaring in redelijkheid heeft kunnen weigeren.
4. De relevante wet- en regelgeving is als bijlage bij deze uitspraak opgenomen.
5. De rechtbank is van oordeel dat het college de aanvraag om een urgentieverklaring heeft kunnen weigeren. Het beroep is daarom ongegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
De medische situatie van eisers
6.1
Eisers voeren aan dat zij vanwege hun medische problemen in aanmerking komen voor een urgentieverklaring. Eiseres is niet in staat om de trap te nemen naar haar woning op de vierde verdieping omdat zij door haar medische aandoening niet mag tillen, bukken en traplopen. Ter onderbouwing hebben eisers een verklaring van 18 augustus 2022 overgelegd van een gynaecoloog in Brussel en een verklaring van de huisarts van 27 januari 2023 waarin staat dat eiseres aan een chronische ziekte lijdt van haar bewegingsapparaat en op de vierde verdieping woont van een flat zonder lift en dat dit veel problemen oplevert, alsmede een verklaring van de huisarts van 27 maart 2024 waarin staat dat de gewrichtsklachten van eiseres dermate ernstig zijn dat een verblijf op de vierde verdieping niet haalbaar is. Daarnaast voeren eisers aan dat eiser hartklachten en reuma aan zijn vingers heeft waardoor de woning van eisers ongeschikt is. Eisers stellen dat er sprake is van een zeer ernstige bedreiging van de lichamelijke en/of sociaal-psychische gezondheid van eisers als gevolg van de huidige woonsituatie. De lichamelijke situatie van eiseres is verslechterd en zal blijven verslechteren indien zij in de woning blijft wonen en de trap zal moeten blijven gebruiken. Daardoor komt eiseres ook niet meer buiten de woning zodat zij in een sociaal isolement verkeert.
6.2
Het college stelt dat eisers niet in hun lichamelijke en/of sociaal psychische gezondheid worden bedreigd door de huidige woonsituatie en baseert zich daarvoor op de conclusie van de onafhankelijke arts van Argonaut. Het college ziet geen reden om te twijfelen aan het advies van de arts.
6.3
De rechtbank stelt voorop dat volgens vaste jurisprudentie een bestuursorgaan, indien door een arts in zijn hoedanigheid van medisch deskundige aan een bestuursorgaan een medisch advies is uitgebracht, dit advies mag betrekken bij de beoordeling van een aanvraag, mits het op een onpartijdige, objectieve en inzichtelijke wijze is opgesteld.
Verder is bij de beoordeling van belang dat een urgentieverklaring op grond van artikel 2.3.6, eerste lid, onder a, van de Huisvestingsverordening kan worden verleend indien de aanvrager in zijn lichamelijke en/of sociaal-psychische gezondheid zeer ernstig wordt bedreigd als gevolg van de huidige woonsituatie. Het college heeft bij zijn bevoegdheid tot het toekennen van een urgentieverklaring beoordelings- en beleidsvrijheid. De rechtbank toetst het bestreden besluit terughoudend.
6.4
De rechtbank is van oordeel dat uit het medische advies niet volgt dat er sprake is van een dringende medische- of sociale reden op grond waarvan eisers voorrang moet worden gegeven bij het voorzien in de behoefte aan een andere woonruimte. De door eisers ingediende stukken geven geen aanleiding om te twijfelen aan het door Argonaut uitgebrachte advies. De verklaring van de gynaecoloog uit Brussel is van een datum voorafgaand aan de gynaecologische behandeling die in 2023 heeft plaatsgevonden, zodat zonder nadere informatie er niet vanuit kan worden gegaan dat die verklaring ook na de behandeling onverkort geldt. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat de arts van Argonaut in zijn advies van 15 augustus 2023 heeft vermeld dat de behandeling geslaagd is en ongecompliceerd is verlopen. De overgelegde verklaringen van de huisarts zijn naar het oordeel van de rechtbank dusdanig algemeen dat hieruit niet blijkt dat er sprake is van een situatie waarin trappenlopen onmogelijk is, waardoor sprake is van een zeer ernstige bedreiging van de lichamelijk en/of sociaal-psychische gezondheid van eiseres. Daarmee is niet voldaan aan de criteria voor het verkrijgen van urgentie.
De beroepsgrond slaagt niet.
Mocht het college in redelijkheid afzien van toepassing van de hardheidsclausule?
7.1
Eisers voeren aan dat het college ten gunste van de aanvrager kan afwijken van de Huisvestingsverordening in gevallen waarin de toepassing daarvan naar het oordeel van het college leidt tot een bijzondere hardheid. Eisers beroepen zich daarnaast ook op het evenredigheidsbeginsel. Gezien de medische situatie van eisers is de woning van eisers ongeschikt en is sprake van een onevenredige verdeling van de belangen, aldus eisers.
7.2
Het college betoogt dat in de regio Zuid-Kennemerland een groot tekort is aan woonruimte. Vanwege het grote tekort en het belang van een goede en rechtvaardige verdeling van de woonruimte, kan een urgentieverklaring alleen worden verstrekt in gevallen waarin het voorzien in de behoefte aan woonruimte dringend noodzakelijk is. Volgens het college is uit de beschikbare informatie niet gebleken dat de omstandigheden van eisers verschillen van andere woningzoekenden die met voorrang in aanmerking willen komen voor andere woonruimte. Ook stelt het college dat het niet nodig is dat toewijzing van andere zelfstandige woonruimte op een zo kort mogelijke termijn dient plaats te vinden. Het college stelt zich op het standpunt dat er dus geen reden is om de hardheidsclausule toe te passen.
7.3
Als uitgangspunt geldt volgens vaste rechtspraak dat het bestuursorgaan ook bij het al dan niet toepassen van een hardheidsclausule een beoordelingsruimte heeft. Het gebruik van deze ruimte moet door de rechter terughoudend worden getoetst. Een beroep op de hardheidsclausule kan slechts bij uitzondering slagen, waarbij het aan eiser is om aannemelijk te maken dat er sprake is van bijzondere omstandigheden die tot de noodzaak van toepassing van de hardheidsclausule leiden.
7.4
De rechtbank is van oordeel dat het college zich in redelijkheid op het standpunt kon stellen dat eisers niet in aanmerking komen voor een urgentieverklaring op grond van de hardheidsclausule.
De hardheidsclausule wordt slechts in zeer uitzonderlijke situaties toegepast. Het is aan eisers om aannemelijk te maken dat zich zulke bijzondere feiten en omstandigheden voordoen. Daarin zijn eisers niet geslaagd. Met inachtneming van wat de rechtbank hiervoor heeft overwogen over de medische situatie, is niet gebleken dat de situatie van eisers dusdanig uitzonderlijk is dat een andere woonruimte dringend noodzakelijk is of dat de gezondheid van eisers dusdanig ernstig wordt bedreigd dat daarom voorrang verkregen dient te worden op andere woningzoekenden. Dat eisers graag in een woning willen wonen waarin het voor eiseres niet nodig is om een trap te beklimmen, is weliswaar begrijpelijk maar die situatie verschilt niet van de situatie waarin andere woningzoekenden verkeren. Het weigeren van een urgentieverklaring levert in dit geval niet een onbillijkheid van overwegende aard op. Verder heeft het college toegelicht dat de persoonlijke belangen van eisers en de algemene belangen van een goede en rechtvaardige verdeling van schaarse woonruimte zijn meegewogen bij de besluitvorming. De nadelige gevolgen voor eisers zijn niet onevenredig in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen. Naar het oordeel van de rechtbank is geen sprake van schending van het evenredigheidsbeginsel.
De beroepsgrond slaagt niet.

Conclusie en gevolgen

8. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eisers geen gelijk krijgen. Eisers krijgen daarom het griffierecht niet terug. Eisers krijgen ook geen vergoeding van hun proceskosten.
9. Ten overvloede merkt de rechtbank op dat ter zitting eisers erop zijn gewezen dat zij bij verslechtering van de medische situatie te allen tijde een nieuwe aanvraag, onderbouwd met medische stukken van recente datum, kunnen indienen.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.R. ten Berge, rechter, in aanwezigheid van mr. A.M. Wammes, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 17 december 2024.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.
Bijlage:
Relevante wet- en regelgeving
De Huisvestingsverordening Zuid-Kennemerland/IJmond: Haarlem 2022 (de Huisvestingsverordening)
In artikel 2.3.4, derde lid, van de Huisvestingsverordening is bepaald dat bij het verlenen van huisvestingsvergunningen voorrang wordt gegeven aan woningzoekenden voor wie de voorziening in de behoefte aan woonruimte dringend noodzakelijk is. In dat geval kunnen burgemeester en wethouders een schriftelijke urgentieverklaring verlenen.
In artikel 2.3.6 van de Huisvestingsverordening is bepaald dat bij het verlenen van een huisvestingsvergunning voorrang wordt gegeven aan sociaal/medische groepen
1. Tot de woningzoekenden bedoeld in artikel 2.3.4, derde lid behoort tevens de woningzoekende:
a. die in zijn lichamelijke en/of sociaal-psychische gezondheid zeer ernstig wordt bedreigd als gevolg van de huidige woonsituatie en die minimaal twee jaar inwoner is van een van de gemeenten in Zuid-Kennemerland;
(…)
In artikel 4.2.2. van de Huisvestingsverordening is een hardheidsclausule opgenomen. Hierin is bepaald dat de burgemeester en wethouders bevoegd zijn om in gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar hun oordeel tot een bijzondere hardheid leidt ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze verordening.