ECLI:NL:RBNHO:2024:1435

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
14 februari 2024
Publicatiedatum
14 februari 2024
Zaaknummer
10753883 \ CV EXPL 23-6778
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verstek
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toetsing van de Algemene Voorwaarden van Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. met betrekking tot incassobeding en rentebeding

In deze zaak heeft Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij die niet is verschenen. De kantonrechter heeft op 14 februari 2024 verstek verleend en de zaak beoordeeld. Zilveren Kruis vorderde betaling van € 2.743,63, vermeerderd met wettelijke rente over een deel van dit bedrag, en vergoeding van proceskosten. De kantonrechter heeft de hoofdsom toegewezen, omdat deze niet onrechtmatig of ongegrond werd bevonden.

De zaak omvatte ook een ambtshalve toetsing van de Algemene Voorwaarden van Zilveren Kruis, specifiek met betrekking tot een incassobeding en een rentebeding. De kantonrechter oordeelde dat het incassobeding oneerlijk was, omdat het Zilveren Kruis de mogelijkheid gaf om diverse soorten kosten bij de consument in rekening te brengen, wat een aanzienlijke verstoring van de rechten en verplichtingen van de consument met zich meebracht. Het beding werd daarom vernietigd.

Wat betreft het rentebeding oordeelde de kantonrechter dat dit niet oneerlijk was voor zover het betrekking had op de wettelijke rente over de verschuldigde premie. Echter, voor overige zorgkosten was het rentebeding oneerlijk, omdat er geen betalingstermijn was overeengekomen. De gevorderde wettelijke rente over deze kosten werd afgewezen. De kantonrechter heeft de gedaagde partij in de proceskosten veroordeeld, met uitzondering van de kosten voor de extra akte die Zilveren Kruis had ingediend.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10753883 \ CV EXPL 23-6778
Uitspraakdatum: 14 februari 2024
Verstekvonnis in de zaak van:
de naamloze vennootschap
Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V.
gevestigd te Utrecht
de eisende partij
verder te noemen: Zilveren Kruis
gemachtigde: Syncasso Gerechtsdeurwaarders
tegen
[gedaagde]
wonende te [plaats]
de gedaagde partij
niet verschenen

1.Het procesverloop

1.1.
Zilveren Kruis heeft een vordering tegen de gedaagde partij ingesteld. Tegen de gedaagde partij is verstek verleend.
1.2.
Op 29 november 2023 is een tussenvonnis gewezen. Ter uitvoering van dat tussenvonnis heeft Zilveren Kruis een akte ingediend. Vervolgens is een datum voor vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Zilveren Kruis vordert veroordeling van de gedaagde partij tot betaling van € 2.743,63, te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 2.172,86 vanaf 19 september 2023. Daarnaast vordert zij veroordeling van de gedaagde partij in de proceskosten.
Hoofdsom
2.2.
De hoofdsom wordt toegewezen, omdat deze de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt.
Ambtshalve toetsing van de Voorwaarden basisverzekeringen en aanvullende verzekeringen 2017, 2018, 2019, 2020, 2021, 2022 en 2023 (hierna: de Algemene Voorwaarden)
Buitengerechtelijke incassokosten en rente
2.3.
Zilveren Kruis maakt aanspraak op vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. In artikel 9.2 van de Algemene Voorwaarden 2017 is daarover het volgende beding opgenomen.
“(…) Als u (verzekeringnemer) niet op tijd betaalt, kunnen wij administratiekosten, invorderingskosten en de wettelijke rente aan u (verzekeringnemer) in rekening brengen.”
In artikel 9.2 van de Algemene Voorwaarden 2018, 2019, 2020, 2021, 2022 en 2023 is daarover het volgende beding opgenomen.
“(…) Als u (verzekeringnemer) niet op tijd betaalt, kunnen wij administratiekosten, invorderingskosten (waaronder incassokosten) en de wettelijke rente aan u (verzekeringnemer) in rekening brengen.”
De kantonrechter moet beoordelen of dit beding in de Algemene Voorwaarden oneerlijk is ten opzichte van de consument.
2.4.
De kantonrechter oordeelt dat het beding oneerlijk is, omdat Zilveren Kruis op grond van het beding diverse soorten kosten (administratiekosten, invorderingskosten (waaronder incassokosten) en wettelijke rente) bij de consument in rekening kan brengen. Het beding heeft een aanzienlijk bredere strekking dan de kosten die op grond van de wet gevorderd kunnen worden. Incassokosten wordt immers als één van de voorbeelden genoemd, naast administratiekosten en invorderingskosten. Omdat Zilveren Kruis zichzelf met het beding de bevoegdheid heeft gegeven om – naast wettelijke rente en incassokosten – bij de consument, onder diverse noemers, meer invorderingskosten in rekening te brengen, is sprake van een aanzienlijke verstoring van de rechten en verplichtingen voortvloeiend uit de overeenkomst, ten nadele van de consument. Bovendien schrijft artikel 6:96 van het Burgerlijk Wetboek voor dat de incassokosten pas ná het verstrijken van de in de veertiendagenbrief genoemde termijn verschuldigd worden. Dit is niet in het beding opgenomen. Voorts laat het beding de mogelijkheid open om meer incassokosten in rekening te brengen dan volgt uit de normering in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Ook dat is oneerlijk.
Op basis van het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat het beding oneerlijk is. Het beding wordt daarom vernietigd.
2.5.
De kantonrechter vindt het beding voor wat betreft de wettelijke rente niet oneerlijk, voor zover deze rente wordt berekend over de verschuldigde premie. Uit de overeengekomen betalingstermijn volgt namelijk dat de verzekeringnemer zonder ingebrekestelling in verzuim is als de premie niet op tijd wordt betaald. Maar Zilveren Kruis vordert geen premie, maar alleen overige zorgkosten. Voor deze kosten is niet gebleken dat partijen een betalingstermijn zijn overeengekomen. Voor deze kosten is het rentebeding daarom oneerlijk, omdat wettelijke rente pas verschuldigd is nadat de verzekeringnemer met de betaling in verzuim is en niet, zoals in het beding staat, als niet op tijd is betaald. Het rentebeding zal daarom voor deze overige zorgkosten worden vernietigd. Dit betekent dat de gevorderde wettelijke rente zal worden afgewezen.
2.6.
De argumenten die Zilveren Kruis heeft aangevoerd voor haar stelling dat het beding niet oneerlijk is, leiden niet tot een ander oordeel.
Conclusie
2.7.
Omdat het beding op grond waarvan de buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente bij de consument in rekening kunnen worden gebracht oneerlijk is, heeft Zilveren Kruis ook geen recht op de buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente over de overige kosten. Die nevenvorderingen zullen daarom worden afgewezen.
2.8.
De gedaagde partij wordt overwegend in het ongelijk gesteld en zal daarom in de
proceskosten worden veroordeeld. De kosten voor de genomen akte blijven echter voor rekening van Zilveren Kruis, aangezien het aan haarzelf te wijten is dat het nodig was deze extra akte op te stellen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt de gedaagde partij tot betaling aan Zilveren Kruis van € 2.172,86;
3.2.
veroordeelt de gedaagde partij tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Zilveren Kruis tot en met vandaag vaststelt op:
€ 130,49 wegens dagvaardingskosten,
€ 487,00 wegens griffierecht en
€ 204,00 wegens salaris gemachtigde;
3.3.
verklaart de veroordeling(en) in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.S.J. Thijs en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter