6.3.Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de straf die aan de verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van de feiten
De verdachte (ten tijde van het feit 29 jaar) heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van ontucht, mede bestaande uit het seksueel binnendringen van het lichaam van de destijds veertienjarige [slachtoffer] . De verdachte en [slachtoffer] hebben elkaar online ontmoet. De verdachte heeft [slachtoffer] met de auto opgehaald in Zoeterwoude, waar zij, volgens afspraak, achterin is gaan zitten. Hij heeft haar vervolgens meegenomen naar een tegen betaling aan hem beschikbaar gestelde woning van een vriendin in Velsen-Noord. In de woning heeft de verdachte [slachtoffer] gedurende twee uren oraal, vaginaal en anaal misbruikt. Daarnaast heeft hij zich laten aftrekken door [slachtoffer] . De verdachte heeft [slachtoffer] hiervoor 250 euro gegeven. De verdachte heeft [slachtoffer] ongeveer drie uren nadat hij haar had opgehaald weer teruggebracht in Zoeterwoude.
De verdachte heeft door zijn handelen op ernstige wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van een veertienjarig, kwetsbaar meisje. De verdachte heeft verklaard dat toen hij haar voor het eerst zag, hij aan haar uiterlijk zag dat zij minderjarig was. [slachtoffer] had de verdachte via chats verteld dat zij nog maagd was. De verdachte had beloofd geen dingen te doen die [slachtoffer] niet wilde en heeft haar vervolgens meegenomen naar de woning. Daar heeft de verdachte, onder invloed van naar eigen zeggen een sekspil, cocaïne en marihuana, meerdere verregaande seksuele handelingen met haar verricht. [slachtoffer] heeft meermaals aangegeven dat de verdachte haar pijn deed en hem meermaals gevraagd of hij kon stoppen, maar de verdachte stopte niet. Hij heeft uitsluitend zijn eigen gevoelens van lust voor ogen gehad.
Het is een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van misbruik hiervan nog zeer lange tijd de nadelige psychische gevolgen ondervinden. Uit de tijdens de zitting voorgelezen slachtofferverklaring van de moeder van het slachtoffer is duidelijk geworden dat het seksueel misbruik zeer traumatisch is geweest voor het slachtoffer en dat zij en de rest van de familie nog altijd kampen met de psychische en fysieke gevolgen daarvan.
Persoon van de verdachte
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank gelet op het op naam van de verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie (strafblad) van 22 november 2023, waaruit blijkt dat de verdachte eerder terzake van strafbare feiten onherroepelijk is veroordeeld, maar niet wegens een soortgelijk feit.
De rechtbank heeft voorts kennisgenomen van het psychologisch rapport van 31 oktober 2023, opgesteld door mr. drs. [naam deskundige] . De deskundige stelt vast dat bij de verdachte sprake is van verschillende stoornissen maar dat deze niet van invloed lijken te zijn geweest op zijn gedragskeuzes ten tijde van het tenlastegelegde. De deskundige adviseert om het tenlastegelegde – indien bewezen – de verdachte volledig toe te rekenen.
De rechtbank kan zich verenigen met de conclusie met betrekking tot de toerekening van de feiten en neemt deze over.
Uit het over de verdachte uitgebrachte voorlichtingsrapport van 15 november 2023, opgemaakt door de reclassering Nederland komt naar voren dat de reclassering het recidiverisico inschat op matig-laag. De reclassering adviseert om een deels voorwaardelijke straf op te leggen met bijzondere voorwaarden, te weten:
1) een meldplicht bij de reclassering;
2) ambulante behandeling;
3) begeleid wonen of maatschappelijke opvang;
4) drugsverbod;
5) alcoholverbod;
6) contactverbod;
7) dagbesteding;
8) vermijden contact met minderjarigen.
De reclassering heeft in een voortgangsverslag van 9 februari 2024 beschreven dat de verdachte zich goed houdt aan de voorwaarden die zijn verbonden aan de schorsing van de voorlopige hechtenis. Hij toont zich meewerkend en welwillend en heeft een toegankelijke houding. Hij stelt zich open op en profiteert van de aangeboden begeleidingsgesprekken. Er zijn geen overtredingen van de voorwaarden geconstateerd. Gelet op de omstandigheid dat de verdachte bij zijn moeder en zus woont en er geen zorgelijke signalen zijn, maar hij juist steun ervaart van zijn familie, wordt een opname in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang niet langer geadviseerd.
De op te leggen straf
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de aard en ernst van de feiten, niet kan worden volstaan met een andere straf dan een (deels voorwaardelijke) gevangenisstraf. De verdachte heeft een veertienjarig, kwetsbaar meisje op grove wijze misbruikt, waarbij sprake is geweest van het meermalen penetreren van haar lichaam, zowel vaginaal als anaal. De rechtbank is van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van het voorarrest, zoals door de raadsman verzocht, geen recht doet aan de ernst van de feiten. Gelet op de straffen die doorgaans plegen te worden opgelegd in soortgelijke gevallen, alsmede in de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, ziet de rechtbank aanleiding de door de officier van justitie gevorderde straf te matigen. Hierbij weegt ook -in beperkte mate- mee dat de verdachte de feiten voor het merendeel heeft bekend en daarover berouw heeft getoond.
De rechtbank acht alles afwegende een gevangenisstraf voor de duur van vierentwintig maanden, waarvan twaalf maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren passend en geboden.
Een deel van de gevangenisstraf wordt voorwaardelijk opgelegd om de verdachte in de toekomst ervan te weerhouden opnieuw een strafbaar feit te plegen en de verdachte in het kader van de op te leggen bijzondere voorwaarden verplicht wordt zich te laten behandelen. De rechtbank legt de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden op, met uitzondering van de in een eerder stadium geadviseerde opname in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang.
Voorlopige hechtenis
De voorlopige hechtenis van de verdachte is sinds 22 november 2023 onder voorwaarden geschorst en sindsdien is niet gebleken dat hij in aanraking is gekomen met politie en justitie. Bovendien blijkt uit het voortgangsverslag van de reclassering van 9 februari 2024 dat de verdachte zich nauwgezet houdt aan de afspraken met de reclassering, zijn persoonlijke omstandigheden ten goede lijken te zijn veranderd en geen schorsingsvoorwaarden zijn overtreden. Naar het oordeel van de rechtbank is er op grond van die omstandigheden onvoldoende reden om nog langer aan te nemen dat er ernstig rekening mee dient te worden gehouden dat de verdachte een misdrijf zal begaan waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van zes jaren of meer is gesteld en waardoor de gezondheid of veiligheid van personen in gevaar kan worden gebracht. Gelet hierop zal de rechtbank het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opheffen.
7. Overige beslissingen omtrent in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht de in beslaggenomen telefoon retour te geven aan de verdachte.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft geen standpunt ingenomen met betrekking tot het beslag.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat het onder de verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerp, te weten een Motorola telefoon, dient te worden teruggegeven aan de verdachte.