Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.[eiser 1] ,
2.
[eiser 2],
3.
[eiser 3],
De rechtbank wijst een tussenvonnis en geeft [eiser 1] een bewijsopdracht. De vorderingen van [eisers] kunnen voor het overige in het later te wijzen eindvonnis worden toegewezen.
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
[gedaagde]aan dat hij op 13 oktober 2022 en 11 november 2022 contante betalingen van in totaal € 7.700,- aan [eiser 2] heeft gedaan. Als gevolg van deze contante betalingen heeft [eiser 2] nog slechts recht op een bedrag van € 7.618,60.
5.De beslissing
woensdag 7 februari 2024voor uitlating door [eiser 1] of hij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel,
bewijsstukkenwil overleggen, hij die stukken dan direct in het geding moeten brengen,
getuigenwil laten horen, hij de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden
maart tot en met augustus 2024dan direct moeten opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,