In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 6 maart 2024 een verstekvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap Anders Medical Factoring B.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij vorderde betaling van € 253,99, vermeerderd met wettelijke rente over een bedrag van € 209,20 vanaf 9 januari 2024, alsook veroordeling van de gedaagde in de proceskosten en nakosten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vordering is gebaseerd op een overeenkomst tussen een handelaar en een consument, maar dat de bepalingen van boek 6, titel 5, afdeling 2B van het Burgerlijk Wetboek niet van toepassing zijn, omdat het hier gaat om een overeenkomst betreffende gezondheidszorg. Dit is in overeenstemming met artikel 6:230h lid 2 sub d BW en de Richtlijn 2011/24/EU. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de eisende partij onvoldoende heeft aangetoond dat haar betalingsvoorwaarden van toepassing zijn op de overeenkomst, en heeft de buitengerechtelijke incassokosten afgewezen. De wettelijke rente is toegewezen vanaf 10 november 2023, en de proceskosten komen voor rekening van de gedaagde partij. De kantonrechter heeft de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van de hoofdsom, de proceskosten en nasalaris, en heeft de veroordeling uitvoerbaar bij voorraad verklaard.