Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Crayenborch Beleggingen B.V.
verzoekster sub 1
De Haan Tankstations B.V.gevestigd te Oosterhout
verzoekster sub 2
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek
“Artikel 3. Looptijd.(…)3. Na afloop van de overeengekomen huurtermijn van 10 jaar, of – in het geval van verlenging op grond van Artikel 3 lid 1 – 15 jaar zal deze overeenkomst van rechtswege, dus zonder dat daarvoor opzegging nodig is, eindigen.4. Verhuurder heeft het recht de overeenkomst tussentijds met een opzegtermijn van 2 jaar op te zeggen indien zij het perceel waarop het Gehuurde is gevestigd wil herontwikkelen voor een niet brandstofgerelateerde bestemming. Verhuurder heeft deze mogelijkheid met ingang van 1 januari 2029. Dit betekent dat de overeenkomst op grond van dit Artikel niet eerder kan eindigen dan 1 januari 2031. Deze opzegging geschiedt door middel van een aangetekende brief waarin de reden van de opzegging en de verwachte aanvangsdatum van de (sloop-)werkzaamheden wordt vermeld. Indien Verhuurder op de datum waartegen is opgezegd niet binnen 1 maand met de sloop kan aanvangen, zal Verhuurder daarvan schriftelijk melding maken aan Huurder, waarna de einddatum van de overeenkomst op verzoek van Huurder zal worden opgeschoven tot en met de laatste dag van de maand voorafgaand aan de maand waarin de sloopwerkzaamheden daadwerkelijk worden aangevangen. Tijdens een dergelijke verlenging is Huurder de huurprijs per maand bij vooruitbetaling verschuldigd.5. Op een opzegging ingevolge Artikel 3 lid 4 zijn de artikelen 7:292, 7:293, 7:295 en 7:296 BW niet van toepassing. Ingevolge een dergelijke opzegging zal deze overeenkomst eindigen op de datum waartegen conform Artikel 3 lid 4 is opgezegd, tenzij sprake is van een verlenging als bedoeld in de een-na-laatste volzin van Artikel 3 lid 4, in welk geval de huurovereenkomst zal eindigen op de laatste dag van de maand voorafgaand aan de maand waarin de sloopwerkzaamheden aanvangen.
- voor gevallen als omschreven onder a. direct;
- voor het geval omschreven onder b. nadat de nalatige partij onverwijld uitdrukkelijk tot nakoming is gesommeerd;
- voor het geval als omschreven onder c. nadat de nalatige partij uitdrukkelijk tot nakoming is gesommeerd en met inachtneming van een termijn van 14 (veertien) dagen in gebreke is gesteld;
de onderhavige overeenkomst met inachtneming van een opzegtermijn van één maand op te zeggen. In dat geval zal de huurovereenkomst zonder rechterlijke tussenkomst eindigen aan het einde van de opzegtermijn, , onverminderd haar recht op volledige nakoming en schadevergoeding.”