In deze civiele zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 13 maart 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een tennis- en padelvereniging ([eiser 2]) en de aannemer Padel Benelux B.V. ([gedaagde]). De zaak betreft de aanleg van twee padelbanen, waarbij de vereniging schadevergoeding vordert wegens verzakking van de banen. De rechtbank oordeelt dat Padel haar waarschuwingsplicht heeft geschonden en tekort is geschoten in haar deskundigheid en zorgvuldigheid. De vereniging had Padel voorafgaand aan de werkzaamheden geïnformeerd over de ongeschiktheid van de ondergrond, maar Padel heeft nagelaten om adequaat onderzoek te doen naar de geschiktheid van de ondergrond voor de aanleg van de SuperSub laag. De rechtbank wijst de vordering tot vergoeding van directe schade toe, maar wijst de vordering tot vergoeding van gevolgschade af, omdat de vereniging redelijkerwijs had moeten begrijpen dat eventuele gevolgschade niet door Padel zou worden vergoed. De rechtbank veroordeelt Padel tot betaling van € 76.623,98 aan de vereniging, inclusief proceskosten en wettelijke rente.