Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.Feiten
Algemene bepalingen huurovereenkomst winkelruimte en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:290 BW(hierna: Algemene Bepalingen) van toepassing.
verboden gedurende de looptijd van deze overeenkomst en gedurende een periode van 1, te rekenen vanaf de datum waarop de onderneming van FN is overgedragen op grond van hetgeen is bepaald in artikelen 20 en 22 van deze overeenkomst, detailhandelzaken die concurrerend zijn met het bedrijf van FG[DrinQs]
te (laten c.q. doen) drijven en/of exploiteren en/of daarin direct of indirect en/of al of niet in dienstverband werkzaam te zijn en/of daarin op enigerlei wijze betrokken, waaronder financieel, te zijn, zonder uitdrukkelijke voorafgaande schriftelijke toestemming van de FG.(…)
Voor de winkel gevestigd te Haarlem aan de [adres 2] is als exclusiviteitsgebied “Haarlem Schalkwijk” toegewezen.
Tenzij er sprake is van een niet toerekenbare tekortkoming van FN, waaronder begrepen bedrijfsbezetting en staking, zal bij overtreding door een van de partijen van zijn verplichtingen welke direct en/of indirect voorvloeien uit deze overeenkomst, de ander de overtredende partij schriftelijk sommeren en daarbij een redelijke termijn voor nakoming stellen. Indien na het verstrijken van deze termijn de andere partij in gebreke blijft bij de uitvoering van zijn verplichting(en) uit deze overeenkomst, zal de overtredende partij aan de
(…) Cliënt betwist de stelling van uw cliënte. [bedrijf 1] is een onderneming van mevrouw [betrokkene]. Cliënt is geen eigenaar, exploiteert deze slijterij niet en is geenszins betrokken bij de exploitatie van deze slijterij. (…)
(…) Uw cliënt is gevolmachtigde van [bedrijf 1]. Daarmee staat de betrokkenheid vast. Bijgaand treft u een uittreksel van de Kamer van Koophandel aan, waaruit blijkt dat uw cliënt volledige volmacht heeft voor [bedrijf 1]. Het verweer van uw cliënt – dat [bedrijf 1] van zijn vrouw is en hij daarmee niets van doen heeft – gaat niet op. Het verschuilen achter zijn vrouw heeft meer weg van een kunstje. Mevrouw [betrokkene] blijkt verloskundige van beroep te zijn. Uw cliënt exploiteert een DrinQs winkel te Haarlem en heeft nu een tweede winkel geopend. Over het openen van een tweede winkel heeft uw cliënt per e-mail met cliënte gecommuniceerd. Het standpunt dat uw cliënt geen betrokkenheid heeft bij [bedrijf 1] is niet geloofwaardig. (…) Op 12 maart 2019 is uw cliënt in gebreke gesteld. Inmiddels is de termijn van twee weken om alsnog na te komen verstreken. Mede gezien het verweer van uw cliënt blijkt dat uw cliënt nog steeds in gebreke blijft in de nakoming van zijn verplichtingen jegens cliënte. Uw cliënt verbeurt op grond van artikel 30 van de franchiseovereenkomst een ad € 25.000,00, plus € 5.000,00 voor iedere dag dat de overtreding voortduurt.
(…) Cliënte is een startende ondernemer en heeft vanaf het begin af aan duidelijk gemaakt dat het voor haar van groot belang is dat de winkel op een rendabele manier kan worden geëxploiteerd, mede gezien het feit dat cliënte al haar spaargeld in de onderneming heeft geïnvesteerd. Nu gebleken is dat uw cliënte niet in staat is om aan haar verplichtingen voortvloeiend uit de franchiseovereenkomst te voldoen, heeft cliënte geen andere keus dan de franchiseovereenkomst te vernietigen op grond van dwaling, nevenschikkend te ontbinden op grond van de geconstateerde tekortkomingen aan de zijde van uw cliënte. (…) Het vernietigen van de franchiseovereenkomst ziet cliënte helaas als enige oplossing voor de ontstane problematiek. Daarnaast is uw cliënte toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van haar contractuele verplichtingen. Naast de buitengerechtelijke vernietiging van de franchiseovereenkomst per heden bevestig ik hierbij dat de franchiseovereenkomst tevens per heden is ontbonden, voor zover de vernietiging om welke reden dan ook geen stand zou houden. Het aan uw cliënte te maken verwijt – op basis waarvan uw cliënte gehouden is schadevergoeding aan cliënte te voldoen – bestaat eruit dat:- Uw cliënte onzorgvuldig heeft gehandeld jegens cliënte door:a. De verplichtingen voortvloeiend uit de franchiseovereenkomst niet (deugdelijk) na te komen;
(…) Cliënte heeft vanaf het begin van de franchiseovereenkomst uw cliënt ondersteund en advies aan hem gegeven ten aanzien van de exploitatie van zijn winkel. Cliënte heeft ICT-voorzieningen verschaft en uw cliënt voorzien van het kassasysteem en daarbij de nodige begeleiding gegeven. Cliënte heeft zich ingespannen voor marketing, reclame en promotie en begeleiding gegeven m.b.t. de exploitatie. Bovendien heeft cliënte uw cliënt financieel ondersteund door middel van het voorfinancieren van de inkoop van uw cliënt. Indien en voor zover uw cliënt tegen problemen is aangelopen die zijn gemeld aan cliënte dan heeft zij hierop adequaat gereageerd. Wel is het zo dat cliënte en uw cliënt het over meerdere onderwerpen niet eens konden worden. Uw cliënt denkt het veelal beter te weten. Ondanks de discussies, heeft cliënte zich ervoor ingespannen om uw cliënt te blijven ondersteunen. Dit is door uw cliënt gedwarsboomd. Hij heeft meermaals het voeren van bepaalde acties geweigerd, heeft bepaalde producten geweigerd en is onwillig geweest op het gebied van marketing, reclame en promotie. Indien cliënte bij uw cliënt in de winkel kwam om hem ook daar te ondersteunen of advies aan uw cliënt te geven dan werd cliënte geweerd. Bovendien heeft uw cliënt structureel betalingsachterstanden laten ontstaan. Desondanks heeft cliënte er alles aan gedaan om er met uw cliënt uit te komen. Het is juist aan uw cliënt te wijten dat het cliënte onmogelijk is gemaakt om de ondersteuning op een adequate wijze aan uw cliënt te kunnen bieden, waardoor de samenwerking is gefrustreerd. Uw cliënt heeft de franchiseovereenkomst telkenmale geschonden. Hierdoor is uw cliënt meermaals gesommeerd de franchiseovereenkomst na te komen. U bent bekend met de correspondentie hieromtrent. Al vanaf 2019(!) heeft uw cliënt facturen (deels) onbetaald gelaten, het non-concurrentiebeding geschonden, op eigen initiatief het kassasysteem en beveiligingssysteem verwijderd en geweigerd om op een redelijke wijze de DrinQs formule te voeren. Kenmerkend voor de werkwijze van uw cliënt is dat hij reeds op 8 november 2021 de
(…) Cliënt betwist ten stelligste toerekenbaar tekort zijn geschoten in de nakoming van zijn contractuele verplichtingen, laat staan dat hij dienaangaande in verzuim zou verkeren. Het is juist uw cliënte die in die positie verkeert. Cliënte heeft derhalve gerechtvaardigd de vernietiging dan wel de ontbinding van de franchiseovereenkomst ingeroepen. In het licht daarvan heeft hij aan de contractuele verplichtingen dienaangaande voldaan door alle verwijzingen naar de formule van uw cliënte te verwijderen. Hij is daartoe contractueel gehouden en uw sommatie om de verwijzingen wederom aan te brengen is mosterd na de maaltijd. Partijen doen er beter aan een definitief einde te brengen aan een samenwerking die al lang geleden is gestrand. Nu uw cliënte de ingeroepen vernietiging dan wel ontbinding zelf heeft veroorzaakt is zij daarmee gelijktijdig de reden van de vermeende tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst. Cliënte is immers niet langer in staat een Drinqs vestiging te exploiteren. De oorzaak hiervan is aldus gelegen in de handelwijze van uw cliënte zodat de onmogelijkheid de huurovereenkomst onverminderd na te komen eveneens in de risicosfeer van uw cliënte ligt. In het licht hiervan ontbindt cliënte eveneens de tussen partijen gesloten huurovereenkomst, althans zegt hij deze met onmiddellijk ingang op. Graag verneem ik van u op welke wijze en op welke termijn uw cliënte het gehuurde opgeleverd wenst.
Bedankt voor uw bijdrage van het leuk maken van deze winkel al die jaren. Wij wensen u het allerbeste! Wij zijn vanaf zondag 13 maart permanent gesloten. Graag zien wij u terug in [bedrijf 1] [adres 1] in [plaats 1]. Tot ziens.”
3.De vordering
4.Het verweer en de tegenvordering
5.De beoordeling
gedurende een periode van 1, te rekenen vanaf de datum waarop de onderneming van FN is overgedragen (…)”
conclusie van antwoord tevens conclusie van eis in reconventie. Het betreft dan betalingsachterstanden die DrinQs bij leveranciers heeft laten ontstaan, waardoor het voor [gedaagde] onmogelijk was om bij de contractueel voorgeschreven leveranciers te bestellen. Daarnaast voert hij aan dat hij geconfronteerd is met talloze (onnodige) insturingen vanuit DrinQs, waar hij nooit enig voordeel van heeft gehad en dat er veelvuldig storingen in het ict-systeem van DrinQs waren. Zowel in deze procedure als in de correspondentie met [gedaagde] vanaf 2019 is DrinQs uitgebreid op bovengenoemde klachten van [gedaagde] ingegaan. Daaruit komt naar voren dat zij op de (redelijke) klachten van [gedaagde] onverwijld en adequaat heeft gereageerd. Dat [gedaagde] niet bij de contractueel voorgeschreven leveranciers kon bestellen is door DrinQs betwist. Zij heeft er bovendien op gewezen dat het er ook andere leveranciers waren bij wie [gedaagde] terecht kon. Ten aanzien van de onnodige insturingen heeft DrinQs gewezen op artikel 4 van de franchiseovereenkomst, waarin partijen afspraken hebben gemaakt over het assortiment, waaronder de eigen merken van DrinQs. Van deze insturingen heeft Jahgroe volgens DrinQs ook geen nadeel gehad, omdat hij deze (deels) niet heeft betaald en hij de niet verkochte wijnen altijd retour kon zenden. Gelet op deze betwistingen had het op de weg van [gedaagde] gelegen zijn stellingen nader met stukken te onderbouwen. Dat heeft hij niet gedaan. De conclusie is dat niet is komen vast te staan dat DrinQs te kort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de franchiseovereenkomst.
Graag zien wij u terug in [bedrijf 1] [adres 1] in [plaats 1]”, onderstreept de betrokkenheid van [gedaagde] bij [bedrijf 1].
€ 5.000,00 voor iedere dag dat de overtreding voortduurt. DrinQs vordert in deze procedure € 50.000,00 voor deze overtreding. Gezien de lange tijd dat de overtreding heeft voortgeduurd, heeft zij daarmee haar vordering aanzienlijk beperkt. De vordering zal daarom volledig worden toegewezen. Over een boete is geen handelsrente verschuldigd. De wettelijke rente vanaf de datum van dagvaarding is wel toewijsbaar. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten zal bij gebrek aan een onderbouwing worden afgewezen.
Schadevergoeding van € 250,00 per kalenderdag
Proceskosten
6.De beslissing
dagvaarding € 110,39
griffierecht € 1.384,00
salaris gemachtigde € 2.850,00 (3 x € 950,00)
nakosten € 135,00 ,
te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
de tegenvordering