Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
verzoekende partij,
verder te noemen: [verzoeker 1] ,
Stichting Humanitas Inkomensbeheer, gevestigd te Purmerend, in haar hoedanigheid van bewindvoerder over het vermogen van
[naam 1]( [naam 1] )
verzoekende partij,
verder te noemen: de bewindvoerder,
verzoekende partij,
verder te noemen: [verzoeker 2] ,
vereffenaar van de nalatenschap van [naam 2] ,geboren op [geboortedatum] , en overleden op [datum] te [plaats] , laatstelijk gewoond hebbende te [plaats] (hierna: de vereffenaar),
gemachtigde mr. C.J. Loggen- ten Hoopen.
[belanghebbende 1] ,(hierna: [belanghebbende 1] ) wonende te [woonplaats 3] ,
1.Het procesverloop
2.De feiten
(i) [verzoeker 1] , [naam 1] , [verzoeker 2] en [belanghebbende 2] uitgesloten als erfgenaam;
(ii) [belanghebbende 1] als enig erfgename benoemd onder de last om haar voornoemde zusters een aan hen gelegateerd bedrag uit te keren;
(iii) een bewind ingesteld over de aan voornoemde zusters gelegateerde bedragen;
(iv) [belanghebbende 1] benoemd tot executeur van de nalatenschap.
Bij dezelfde beschikking is [belanghebbende 1] veroordeeld om aan [verzoeker 1] en [verzoeker 2] afschrift te verschaffen van – onder meer – verschillende belastingaangiften en -aanslagen en bankafschriften.
3.Het verzet
4.De beoordeling
(i) [belanghebbende 1] , aflossing achterstanden ad € 2.825,00
Verzoeksters hebben hier op de mondelinge behandeling niet op gereageerd. De kantonrechter is daarom van oordeel dat dit bedrag terecht op de uitdelingslijst is meegenomen als schuld van de nalatenschap aan [belanghebbende 1] .
(ii) Belastingdienst ad € 8.103,46
Tegen deze nieuwe door de vereffenaar vastgestelde en in de overgelegde uitdelingslijst begrote belastingschuld zijn verzoeksters niet meer opgekomen.
De vereffenaar heeft ter zitting verklaard dat hij (i) de door [boekhouder] bij hem ingediende facturen intensief heeft onderzocht, (ii) [boekhouder] hierover en over haar werkzaamheden heeft bevraagd en (iii) dat de vereffenaar op basis van zijn bevindingen de vordering van [boekhouder] heeft begroot en op de uitdelingslijst heeft geplaatst. Verzoeksters hebben dit alles niet weersproken.
De vereffenaar heeft dit alles weersproken.
Ook is van belang dat verzoeksters niet hebben betwist dat het in het kader van de vereffening van de nalatenschap noodzakelijk was de woning van de erflaatster te verkopen.
Voorts merkt de kantonrechter op dat ingeval van een dalende huizenmarkt dit tijdverloop enkel in het nadeel van [belanghebbende 1] zou zijn geweest en niet ten nadele van verzoeksters bij de begroting van hun legitieme portie. Dit risico is onlosmakelijk verbonden aan de omstandigheid dat zij vanaf de dag van het overlijden als enig erfgename de eigenaar van de betreffende woning was. Een eigenaar profiteert van de eventuele waardestijging, maar loopt ook een risico op een eventuele waardedaling.
Salaris van de vereffenaar
De kantonrechter stelt vast dat de vereffenaar recht heeft op het aan hem toekomende loon, vast te stellen door de kantonrechter, en dat het enkele gegeven dat hij veel tijd kwijt is geweest met de verkoop van de woning, hier niet aan afdoet.
Het verzoek met betrekking tot artikel 4:206 lid 3 BW acht de kantonrechter toewijsbaar tot het bedrag zoals hierna vermeld. De kantonrechter is daarbij uitgegaan van het uurloon dat wordt toegekend aan curatoren in een faillissement.
5.De beslissing
€ 5.005,69 inclusief btw.