ECLI:NL:RBNHO:2024:284
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verhoging beslagvrije voet en toepassing hardheidsclausule
In deze zaak heeft de kantonrechter in kort geding uitspraak gedaan over het verzoek van eiseres, wonende te Zaandam, om de beslagvrije voet te verhogen naar € 1.892,00. Dit verzoek is gedaan op basis van de hardheidsclausule zoals bedoeld in artikel 475fa van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Eiseres stelt dat de toepassing van de regels met betrekking tot de beslagvrije voet leidt tot een kennelijk onevenredige hardheid door extra kosten die zij maakt, maar de kantonrechter oordeelt dat eiseres onvoldoende heeft onderbouwd dat deze kosten uitzonderlijk zijn en niet op andere wijze vergoed kunnen worden. De woonkosten, zorgpremie, verzekeringspremies, energiekosten en kosten voor een internet- en telefoonabonnement zijn volgens de kantonrechter geen grond voor een beroep op de hardheidsclausule.
Desondanks heeft de kantonrechter op basis van berekeningen van gedaagde sub 1, die tijdens de zitting zijn overgelegd, de beslagvrije voet voor de maanden november en december 2023 verhoogd naar € 1.091,00 per maand. Dit betekent dat eiseres recht heeft op terugbetaling van € 398,00, omdat dit bedrag teveel is ingehouden op haar uitkering. De kantonrechter gaat ervan uit dat dit bedrag op 12 januari 2024 aan eiseres zal worden terugbetaald. Voor de periode vanaf 1 januari 2024 is de beslagvrije voet vastgesteld op € 1.151,00 per maand.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat beide partijen op punten in het ongelijk zijn gesteld, en daarom is besloten dat ieder de eigen proceskosten draagt. De uitspraak is gedaan door mr. M. Woerdman en openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.