Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.De procedure
- het exploot houdende schorsing van de executie van 14 februari 2024 aan de werkgever van de man,
- de e-mail van 11 maart 2024 met de aanvullende productie 8 van de man,
- de brief van 11 maart 2024 waarbij de vrouw producties 1 tot en met 3 in het geding brengt,
- de e-mail van 12 maart 2024 waarin namens de man zijn eis wordt vermeerderd,
- de e-mail van 13 maart 2024 waarin namens de man wordt verzocht producties 6 en 7 bij dagvaarding alsmede een aantal passages uit de dagvaarding buiten beschouwing te laten,
- de e-mail van 13 maart 2024 waarbij de aanvullende producties 9 en 10 aan de kant van de man zijn overgelegd,
- de e-mails van 14 maart 2024 waarbij een aanvullende (en herziene versie van) productie 4 aan de kant van de vrouw in het geding is gebracht.
- de mondelinge behandeling van 14 maart 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
- de spreekaantekeningen van de man,
- de spreekaantekeningen van de vrouw,
- het proces-verbaal van de zitting waarin de tussen partijen ter zitting gemaakte tijdelijke afspraken zijn vastgelegd.
2.Feiten
10.1 Kinderalimentatie