ECLI:NL:RBNHO:2024:3400

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
8 april 2024
Publicatiedatum
8 april 2024
Zaaknummer
10965858 \ KG EXPL 24-31
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van woning toegewezen wegens structurele en ernstige overlast door onderbewindgestelde

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 8 april 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de besloten vennootschap Heimstaden Nederland 8A B.V. en Van Amerongen Bewindvoering B.V. in haar hoedanigheid als bewindvoerder over de goederen van een onderbewindgestelde. Heimstaden vorderde ontruiming van de woning van de onderbewindgestelde, gelegen aan een specifiek adres, vanwege structurele en ernstige overlast die door de onderbewindgestelde en zijn bezoekers werd veroorzaakt. De kantonrechter heeft de vordering toegewezen, omdat er voldoende bewijs was van langdurige overlast, waaronder alcohol- en drugsgebruik, vervuiling van de algemene ruimtes en verbale agressie. De kantonrechter oordeelde dat de overlast niet alleen het woongenot van de omwonenden verstoorde, maar ook dat er geen vertrouwen was dat de situatie zou verbeteren. De bewindvoerder betwistte de vordering, maar de kantonrechter oordeelde dat de klachten van omwonenden en de ernst van de situatie voldoende waren om de ontruiming te rechtvaardigen. De kantonrechter heeft de bewindvoerder ook veroordeeld in de proceskosten, die in totaal € 1.218,42 bedragen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de ontruiming onmiddellijk kan plaatsvinden, ongeacht een mogelijk hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 10965858 \ KG EXPL 24-31 KB
Uitspraakdatum: 8 april 2024
Vonnis van de kantonrechter in kort geding in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Heimstaden Nederland 8A B.V.;
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
verder te noemen: Heimstaden,
gemachtigde: mr. W. Vos,
tegen
de besloten vennootschap
Van Amerongen Bewindvoering B.V.,
gevestigd te Alkmaar,
in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van
[onderbewindgestelde], wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
verder te noemen: de bewindvoerder en [onderbewindgestelde] ,
gemachtigde: mr. R. Kiewitt.
De zaak in het kort
Heimstaden vordert ontruiming van de woning aan de [adres] te [woonplaats] door [onderbewindgestelde] . De kantonrechter wijst de vordering toe. Er is namelijk sprake van structurele en ernstige overlast

1.Het procesverloop

1.1.
Heimstaden heeft de bewindvoerder op 14 maart 2024 gedagvaard.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 25 maart 2024. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten, de bewindvoerder mede aan de hand van pleitaantekeningen, naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting heeft de bewindvoerder bij e-mail van 22 maart 2024 nog stukken toegezonden.

2.De uitgangspunten

2.1.
Heimstaden is eigenaar van de flat plaatselijk bekend als [flat 1] , gelegen aan de [adres] te [woonplaats] . [onderbewindgestelde] huurt van Heimstaden de woning aan de [adres] te [woonplaats] . Het gehuurde ligt op de negende verdieping en werd al door de rechtsvoorganger van Heimstaden, Mooiland, aan [onderbewindgestelde] verhuurd. Heimstaden heeft de flat sinds 2020 in eigendom en alle bestaande huurovereenkomsten overgenomen van Mooiland.
2.2.
Het vermogen van [onderbewindgestelde] staat sinds 15 oktober 2018 onder bewind.
2.3.
Omwonenden van [onderbewindgestelde] klagen over overlast door [onderbewindgestelde] en/of bezoek van [onderbewindgestelde] . Bij brief van 3 mei 2021 heeft Heimstaden [onderbewindgestelde] aangeschreven in verband met de zwaar vervuilde woning van [onderbewindgestelde] en stank die uit de woning komt en hem gevraagd binnen twee weken de woning te reinigen. Bij brief van 15 januari 2024 heeft Heimstaden [onderbewindgestelde] opnieuw aangeschreven over de zwaar vervuilde woning van [onderbewindgestelde] , stankoverlast uit de woning en overlast van personen die in de woning verblijven.
2.4.
In een e-mail van 15 februari 2024 aan Heimstaden heeft een omwonende een verklaring opgesteld waarin wordt geschreven dat er door de medebewoners regelmatig overlast wordt ervaren, welke overlast wordt veroorzaakt door [onderbewindgestelde] . De verklaring is ondertekend door 74 van de 120 huishoudens uit de flat.

3.De vordering en het verweer

3.1.
Heimstaden vordert dat de kantonrechter bij wijze van voorlopige voorziening de bewindvoerder veroordeelt om de woning aan het adres [adres] te [woonplaats] , met al hetgeen van [onderbewindgestelde] is en ieder die bij hem verblijft, te ontruimen en te verlaten binnen vijf dagen na dit vonnis onder afgifte van de sleutels aan (de beheerder van) Heimstaden, alsmede tot betaling van de verschuldigde vergoeding voor het gebruik van het gehuurde met ingang van 1 april 2024 tot aan de datum van ontruiming en de proceskosten.
3.2.
Heimstaden legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat zij meerdere klachten over [onderbewindgestelde] heeft ontvangen. Uit de meest recente klachten volgt dat [onderbewindgestelde] zich met regelmaat in de algemene ruimten ophoudt en daar overlast veroorzaakt. Zo wordt er alcohol en drugs gebruikt, worden de algemene ruimten vervuild, wordt er geschreeuwd, gescholden en gepoept. [naam] (hierna te noemen: [naam] ) is een kennis/vriend van [onderbewindgestelde] . Onder omwonenden heerst veel angst voor [naam] . [naam] is vanwege structurele ernstige overlast door de kantonrechter veroordeeld tot ontruiming van zijn woning in de nabij gelegen flat [flat 2] en verblijft nu vaak in de flat bij [onderbewindgestelde] . Sinds Heimstaden klachten ontvangt heeft zij [onderbewindgestelde] op zijn gedrag aangesproken. De sommatiebrieven zijn zowel naar [onderbewindgestelde] als naar de bewindvoerder gestuurd. [onderbewindgestelde] blijft overlast veroorzaken. In de brief van 15 januari 2024 heeft Heimstaden [onderbewindgestelde] tevens gesommeerd [naam] niet meer binnen te laten. Hieraan heeft [onderbewindgestelde] geen gevolg gegeven. [naam] wordt nog regelmatig gezien en is in februari 2024 door de politie bij de woning van [onderbewindgestelde] opgehaald. Op 15 februari 2024 ontvangt Heimstaden een e-mail van omwonenden dat de algehele situatie voor omwonenden zo ernstig en ondraaglijk is dat zij een handtekeningactie zijn begonnen. Door 74 van de 120 huishoudens in de flat is aangegeven dat zij overlast hebben ervaren. En feitelijk is het nog hoger omdat niet iedereen zijn handtekening durfde te zetten. Zelfs al zou [onderbewindgestelde] na het uitbrengen van de dagvaarding zijn huurdersgedrag verbeteren, dan heeft Heimstaden er geen enkel vertrouwen in dat deze situatie blijvend stand zal houden. Daarom vordert Heimstaden, vooruitlopend op de ontbinding van de huurovereenkomst, ontruiming van het gehuurde.
3.3.
De bewindvoerder betwist de vordering. Zij voert aan – samengevat – dat de algemene voorwaarden bij [onderbewindgestelde] niet bekend zijn en ook niet door hem zijn ondertekend. De bewindvoerder ontkent dat [onderbewindgestelde] zich met regelmaat in de openbare ruimten ophoudt en dan overlast veroorzaakt, althans niet in die mate dat de ontruiming van het gehuurde aangewezen en rechtvaardig is. Er is geen sprake van structurele overlast aan de zijde van [onderbewindgestelde] . De bewindvoerder betwist dat [onderbewindgestelde] verantwoordelijk is voor de vervuiling van de algemene ruimten.
Er zijn anonieme verklaringen overgelegd en daar mag geen doorslaggevende betekenis aan worden gehecht. Er zijn geen rapportages van de politie c.q. meldingen in het incidentenregistratiesysteem van de politie. De vordering van Heimstaden dient daarom dan ook te worden afgewezen.

4.De beoordeling

4.1.
De vordering in kort geding kan alleen worden toegewezen als Heimstaden daarbij een spoedeisend belang heeft. Dat is het geval, nu het hier gaat om een vordering wegens structurele en ernstige overlast.
4.2.
Verder is voor toewijzing van de vordering in dit kort geding vereist dat de aan die vordering ten grondslag gelegde feiten en omstandigheden voldoende aannemelijk zijn en dat het ook in hoge mate waarschijnlijk is dat die vordering in een nog te voeren gewone procedure (bodemprocedure) zal worden toegewezen. Voor nader onderzoek naar bepaalde feiten en omstandigheden of voor bewijslevering door bijvoorbeeld getuigen is in dit kort geding in beginsel geen plaats. Dat moet gebeuren in een eventuele bodemprocedure. De beoordeling in dit kort geding is dan ook niet meer dan een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen.
4.3.
De kantonrechter zal de gevorderde ontruiming toewijzen. Hij legt hierna uit waarom.
4.4.
Heimstaden heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat [onderbewindgestelde] langdurig, structurele en ernstige overlast veroorzaakt. Het gaat daarbij, onder meer, om onaangepast gedrag in de algemene ruimtes van de flat zoals braken, urineren en poepen en alcohol- en drugsgebruik, verbale agressie, het bedreigen en lastigvallen van buren en geluidsoverlast. Dit blijkt uit de diverse klachtmeldingen die Heimstaden heeft overgelegd. Verder heeft Heimstaden voldoende aannemelijk gemaakt dat de woning van [onderbewindgestelde] zwaar vervuild is, gelet op de door Heimstaden overgelegde foto’s. De bewindvoerder heeft het bestaan van de genoemde overlast onvoldoende betwist. Dat de overgelegde klachten geanonimiseerd zijn, wil niet zeggen dat deze niet reëel zijn. Weliswaar is [onderbewindgestelde] niet formeel de procespartij, maar het was de bedoeling van de kantonrechter [onderbewindgestelde] tijdens de zitting te ondervragen over de overlastmeldingen en zijn handelen. [onderbewindgestelde] is echter niet verschenen, zodat de kantonrechter die kans niet had. Hoewel Heimstaden [onderbewindgestelde] meermalen heeft aangeschreven, is zijn gedrag niet veranderd. Er zijn ook geen concrete aanknopingspunten om aan te nemen dat het gedrag van [onderbewindgestelde] in de komende periode zal verbeteren.
4.5.
Gelet op de lange duur van de overlast, de ernst daarvan en omdat er geen enkele aanleiding is om te denken dat het binnenkort beter gaat, vindt de kantonrechter het in hoge mate aannemelijk dat de rechter in een bodemprocedure alleen al wegens de door [onderbewindgestelde] veroorzaakte overlast de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde zal toewijzen. Heimstaden dient ook te zorgen voor het woongenot van omwonenden en dit woongenot wordt door de overlast van [onderbewindgestelde] danig verstoord en zal hoogst waarschijnlijk ook verstoord blijven. Heimstaden heeft ook meer dan genoeg inspanningen geleverd om [onderbewindgestelde] aan te spreken maar [onderbewindgestelde] blijft doorgaan. De kantonrechter is ook van oordeel dat de huidige situatie zo niet langer kan voortduren.
4.6.
De conclusie is dat de kantonrechter de vordering van Heimstaden zal toewijzen.
4.7.
De bewindvoerder heeft verzocht het vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren, zodat de bewindvoerder de zaak in hoger beroep kan laten toetsen. Aan dat verzoek gaat de kantonrechter voorbij. Bij de beantwoording van de vraag of een vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard moet worden, moet in beginsel een afweging van de relevante belangen van partijen plaatsvinden. Uitgangspunt daarbij is dat een veroordeling hangende een hogere voorziening uitvoerbaar dient te zijn en zonder de voorwaarde van zekerheidstelling ten uitvoer kan worden gelegd. Afwijking van dit uitgangspunt kan worden gerechtvaardigd door omstandigheden die meebrengen dat het belang van de veroordeelde bij behoud van de bestaande toestand zolang niet op het door hem ingestelde rechtsmiddel is beslist zwaarder weegt dan het belang van degene die de veroordeling heeft verkregen bij de uitvoerbaarheid bij voorraad daarvan. De kantonrechter is van oordeel dat [onderbewindgestelde] weliswaar belang heeft bij behoud van de woning, maar dat dit belang niet opweegt tegen het spoedeisende belang van Heimstaden (en de omwonenden van [onderbewindgestelde] ) dat de overlast op zo kort mogelijke termijn stopt.
4.8.
De bewindvoerder is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Heimstaden worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
139,42
- griffierecht
130,00
- salaris gemachtigde
814,00
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.218,42
5.
De beslissing
De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt de bewindvoerder om de woning aan het adres [adres] te [woonplaats] , met al hetgeen van [onderbewindgestelde] is en ieder die bij hem verblijft, te ontruiming en te verlaten binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis onder afgifte van de sleutels aan (de beheerder van) Heimstaden;
5.2.
veroordeelt de bewindvoerder in de proceskosten van € 1.218,42, te vermeerderen met de kosten van betekening als de bewindvoerder niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H. Gisolf en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter