In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 28 maart 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Werk & Ik B.V. en een werknemer, aangeduid als [gedaagde]. Werk & Ik vorderde terugbetaling van onverschuldigd betaald loon ter hoogte van € 33.056,44, dat aan [gedaagde] was uitbetaald zonder rechtsgrond. De kantonrechter oordeelde dat volledige terugbetaling in strijd zou zijn met het goed werkgeverschap en naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. De werknemer had niet kunnen weten dat het loon onverschuldigd was betaald, en volledige terugbetaling zou betekenen dat hij gedurende een jaar zonder inkomen zou komen te zitten, zonder dat hij in staat was om dit verlies op te vangen door een uitkering aan te vragen.
De procedure begon met een dagvaarding op 12 september 2023, waarna een zitting plaatsvond op 12 februari 2024. De kantonrechter concludeerde dat Werk & Ik, ondanks dat het loon onterecht was doorbetaald, niet had voldaan aan haar informatieplicht jegens de werknemer. De kantonrechter oordeelde dat het redelijk was dat [gedaagde] een deel van het onverschuldigd betaalde loon terugbetaalde, en stelde het terug te betalen bedrag vast op 25% van het totaal, zijnde € 8.264,11. De wettelijke rente werd toegewezen vanaf de datum van dagvaarding, en de proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.