Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
“ (…) De boiler blijkt stuk te zijn en deze wordt zsm vervangen; ik zal vandaag een nieuwe bestellen en deze laten bezorgen op de [adres].
“ (…) Dit gezegd hebbende, heb ik het vriendelijke verzoek de volgende zaken op te pakken:1. Oven: melding ovendeur staat open, valt niet te regelen;2. Gasfornuis: twee pitten werken niet;3. Lekkage onder spoelbak keuken: geoxideerde lekkende leidingen, element zuivering water lek;
Van alle punten die op je planning stonden, heb je er nog niet 1 uitgevoerd. Alles wat ik week 22,23,24 stond- er is nul komma nul van uitgevoerd.
Vandaag is de magnetron, oven, verlichting gang werkend, en naar ik aanneem maar vanavond pas weet: de verlichting entreehal”.
“(…) Daaraan verbindt de heer [eiser] nadrukkelijk de voorwaarde dat u de vermeende lagere opbrengst van de zonnepanelen eerst bewijst, bijvoorbeeld door inzage te geven in de energie-afrekening. (…)”
“(…) De heer [eiser] en met name zijn aannemer, de heer [betrokkene 1], hebben intussen meermaals bij u voor een dichte deur gestaan ondanks vooraf gemaakte afspraken met u. U bent als huurder ook verplicht om hier aan mee te werken. U laat dat na en daardoor kan (de aannemer van) de heer [eiser] niet zelf controleren wat en of er iets moet gebeuren. (…) Door de aannemer van de heer [eiser] de deur te weigeren staat u iedere oplossing zelf in de weg.”
3.De vordering
1. primair de huurovereenkomst tussen partijen met betrekking tot het gehuurde te ontbinden en [gedaagde] te veroordelen om het gehuurde binnen drie weken te ontruimen en te verlaten en door afgifte van de sleutels ter vrije en algehele beschikking van [eiser] te stellen. Subsidiair vordert [eiser] een verklaring voor recht dat de huurovereenkomst is geëindigd per 31 oktober 2023 en met veroordeling van [gedaagde] tot ontruiming van het gehuurde. Zowel primair als subsidiair vordert [eiser] veroordeling van [gedaagde] tot betaling van een dwangsom voor zover hij met het voornoemde in gebreke blijft;
4.Het verweer
5.De beoordeling
Uit de feitenvaststelling volgt dat [gedaagde] kort na het ingaan van de huurovereenkomst is gaan klagen over allerhande kleinere en grotere gebreken aan het gehuurde. [eiser] heeft op die klachten gereageerd en toen [gedaagde] in augustus 2022 de volledige huur is gaan inhouden waren de gebreken hersteld, met uitzondering van de lekkage in de woonkamer en/of serre en de daarmee verband houdende schimmelvorming (van beperkte omvang). Aan het serredak waren toen overigens wel enige reparatiewerkzaamheden uitgevoerd. Verder hadden partijen toen nog discussie over het rendement van de zonnepanelen. [gedaagde] heeft onvoldoende betwist dat de aannemer tot drie keer toe een afspraak met hem heeft gemaakt om herstelwerkzaamheden te verrichten en dat de aannemer iedere keer voor een gesloten deur stond. Verder heeft [eiser] meerdere keren gevraagd om een overzicht van het rendement van de zonnepanelen en heeft [gedaagde] dit overzicht, ondanks toezeggingen, nooit gegeven. Ten slotte staat een nieuwe boiler (waarbij het gaat om een boiler voor de warmwatervoorziening in de keuken en niet om de cv-installatie of boiler voor de warmtelevering en/of warmwatervoorziening in de gehele woning) al geruime tijd gereed om geplaatst te worden, maar heeft de aannemer daartoe geen gelegenheid van [gedaagde] gekregen. In mei 2023 hebben partijen contact gehad over de mogelijke aankoop van het gehuurde door [gedaagde].