Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van de verdachte
op eigen kosten. De verdachte heeft (naar zeggen van de raadsman) om die reden afgezien van bijstand van een advocaat. Vervolgens is de verdachte verhoord, waarbij een groot deel van de gestelde vragen betrekking had op het bij de verdachte aangetroffen geldbedrag. De raadsman heeft bepleit dat hoewel de verdachte blijkens het dossier op dat moment nog niet officieel was aangehouden, er in ieder geval wel sprake was van een met een verhoor gelijk te stellen situatie. De verdachte had daarom in de gelegenheid gesteld moeten worden gebruik te maken van kosteloze rechtsbijstand. Direct na zijn officiële aanhouding is aan de verdachte wel het recht van kosteloze rechtsbijstand medegedeeld en heeft de verdachte hier ook gebruik van gemaakt.
détournement de pouvoir(misbruik van bevoegdheden), omdat na het aantreffen van het geldbedrag bij de verdachte en voorafgaand aan zijn eerste verhoor de uitgeoefende controlebevoegdheden zijn verschoven naar opsporingsbevoegdheden. De omstandigheid dat met de uitoefening van controlebevoegdheden enige opsporingsdoeleinden gediend zijn is akkoord, mits deze controlebevoegdheid niet uitsluitend is gebruikt voor een ander doel dan waarvoor zij is verleend. Op het moment dat het geldbedrag bij de verdachte is aangetroffen en hij werd meegenomen naar een ruimte voor een verhoor dat vrijwel uitsluitend ging over het geldbedrag, was geen sprake meer van een controlesituatie. Het voorgaande levert ook een vormverzuim op in de zin van artikel 359a Sv en moet leiden tot strafvermindering.
7.Beslag
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
zes (6) maanden.