ECLI:NL:RBNHO:2024:3693
Rechtbank Noord-Holland
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Toetsing van de algemene voorwaarden van Pré Wonen en de gevolgen voor de huurovereenkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, op 6 maart 2024 een eindvonnis uitgesproken in een bodemprocedure tussen de stichting Pré Wonen en twee gedaagden. Pré Wonen vorderde ontbinding en ontruiming van een gehuurde woning vanwege huurachterstand. De kantonrechter heeft ambtshalve de algemene voorwaarden van Pré Wonen getoetst, specifiek de artikelen die betrekking hebben op rente- en incassobeding. De rechter oordeelde dat deze bedingen, door de cumulatie met een boetebeding, oneerlijk zijn en heeft deze vernietigd. Hierdoor werden de gevorderde rente en buitengerechtelijke kosten afgewezen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurachterstand tot en met september 2023 € 6.218,51 bedraagt, met bijkomende proceskosten van € 1.322,56, wat de totale vordering op € 7.541,07 brengt. De rechter heeft een regeling getroffen waarbij de gedaagden de achterstand in maandelijkse termijnen van € 500,00 kunnen aflossen. Indien de gedaagden deze regeling niet nakomen, wordt de huurovereenkomst ontbonden en moeten zij de woning binnen veertien dagen na betekening van het vonnis ontruimen.
Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gedaagden direct aan de voorwaarden van het vonnis moeten voldoen. De kantonrechter heeft de vordering van Pré Wonen toegewezen, met de mogelijkheid voor de gedaagden om de ontruiming te voorkomen door aan de betalingsregeling te voldoen.