ECLI:NL:RBNHO:2024:380

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
24 januari 2024
Publicatiedatum
17 januari 2024
Zaaknummer
C/15/337564 / HA ZA 23-142
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis benoeming deskundige in bouwzaak met betrekking tot gebreken en herstelkosten

In deze bodemzaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 24 januari 2024 een tussenvonnis gewezen in een geschil tussen twee partijen, [eiser 1] en [gedaagde 1], die betrokken zijn bij een bouwproject. De rechtbank heeft een deskundige benoemd, Ir. G.W.N. Jol Msc, om vragen te beantwoorden over gebreken in de woning die door [gedaagde 1] is verbouwd. De procedure is gestart na een eerdere mondelinge behandeling op 21 december 2023, waar partijen hun standpunten hebben toegelicht en bezwaren zijn geuit tegen de vraagstelling van [eiser 1]. De rechtbank heeft vastgesteld dat het onderzoek van de deskundige zich moet beperken tot de nieuw gebouwde delen van de woning en dat de deskundige zelfstandig moet beoordelen of er gebreken zijn en hoe deze hersteld kunnen worden.

De rechtbank heeft partijen verplicht om mee te werken aan het onderzoek en heeft bepaald dat zij ieder de helft van de kosten van de deskundige moeten dragen. De deskundige moet binnen drie weken na het vonnis een begroting van de kosten indienen. De rechtbank heeft ook richtlijnen gegeven voor het onderzoek, waaronder de verplichting voor de deskundige om kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken. De verdere behandeling van de hoofdzaak is aangehouden in afwachting van het deskundigenonderzoek, en partijen moeten binnen vier weken na ontvangst van het rapport reageren op het concept-rapport van de deskundige. De rechtbank heeft de zaak op de rol gezet voor conclusie na deskundigenbericht.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/337564 / HA ZA 23-142
Vonnis in incident van 24 januari 2024
in de zaak van

1.[eiser 1],

2.
[eiser 2],
beiden wonende te [plaats 1],
eisers in de hoofdzaak,
eisers in het incident,
verweerders in het incident,
advocaat mr. S.R. Kieffer te Amsterdam,
tegen

1.[gedaagde 1],

2.
[gedaagde 2],
beiden wonende te [plaats 2],
gedaagden in de hoofdzaak,
eisers in het incident,
verweerders in het incident,
advocaat mr. S. Ilkdogan te Utrecht.
Partijen zullen hierna (in enkelvoud) [eiser 1] en [gedaagde 1] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 18 oktober 2023.
  • de mondelinge behandeling van 21 december 2023 en de voor die zitting door [eiser 1] ingediende akte. De griffier heeft van het verhandelde tijdens de zitting aantekeningen bijgehouden.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.De verdere beoordeling in het incident

2.1.
[eiser 1] heeft bij akte een aangepaste vraagstelling voorgesteld. Ter zitting van 21 december 2023 heeft [gedaagde 1] tegen die vraagstelling een aantal bezwaren aangevoerd.
2.2.
De rechter heeft ter zitting meegedeeld dat hij de formulering van de vraagstelling hier en daar zal aanpassen.
2.3.
Partijen zijn het er over eens dat het onderzoek van de deskundige zich moet beperken tot het gedeelte van de woning dat door [gedaagde 1] nieuw is gebouwd.
[eiser 1] heeft onder meer productie 48 overgelegd, de constructieberekening. In de rapportage van [betrokkene] zijn op basis van deze constructieberekening verschillende conclusies getrokken.
2.4.
[gedaagde 1] heeft ter zitting verklaard dat hij de constructieberekening wel heeft laten maken maar dat hij deze uiteindelijk niet heeft gebruikt, omdat het creëren van de uitbouw vergunningvrij was.
2.5.
Uitgaande van die mededeling van [gedaagde 1] kan de deskundige bij het beantwoorden van de vragen over gestelde gebreken en veiligheid niet uitsluitend de gegevens vermeld in de constructieberekening als grondslag gebruiken. Hij zal per onderdeel zelfstandig moeten beoordelen of een gesteld gebrek als gebrek moet worden aangemerkt of niet.
2.6.
Op basis van de voorgestelde vragen en wat op de zitting met partijen is besproken zullen de volgende vragen aan de deskundige worden gesteld:
Kunt u de gebreken bevestigen die [betrokkene] en AK Ingenieurs rapporteerden? Zie productie 15, 16 en 34 van [eiser 1] en productie 8 van [gedaagde 1].
Zijn de door u bevestigde gebreken te relateren aan de wijzigingen aan de woning die [gedaagde 1] heeft aangebracht vóór de verkoop aan [eiser 1]?
De producties 3, 4 en 15 van [eiser 1] tonen
de omvangvan de betreffende verbouwing.
Constateert u andere gebreken in het werk van [gedaagde 1], voor zover dit betrekking heeft op het nieuwe gedeelte?
De overige vragen zien op de zichtbaarheid van gebreken, de aard van herstel en welke kosten en gevolgen volledig herstel heeft. Bij de beantwoording van die vragen moet rekening worden gehouden met de omstandigheid dat partijen eerder al de volgende schikking hebben getroffen:
Zoals besproken doe ik je hierbij een overzicht van de uit te voeren werkzaamheden.
  • Aanhelen bestaande dakbedekking bovendak met nieuwe dakbedekking € 480,00 excl. btw
  • Vernieuwen dakbedekking aanbouw begane grond en randafwerking, dit zit overal los. € 2100,00 excl. Btw.
  • Verwijderen schoorsteen en het gat dichtmaken en plaatsen schoorsteenpijpje voor badkamer (de afvoer zit nu in d3 schoorsteen) € 650,00 excl. Btw.
- Aanpassen achtergevel 1e verdieping. Demontage bestaande kozijnen, verwijderen trespa, dit is overal krom getrokken door geen ventilatieregels toe te passen. Toepassen dampdoorlatende folie, vuren tengels, nieuw keralit gevelbeplating en boeideel. Montage bestaande kozijnen € 3316,00 excl. Btw.
2.7.
De beantwoording door de deskundige van de hiervoor genoemde vragen kan plaatsvinden aan de hand van de volgende tabel.
Gebrek uit rapportage van [betrokkene] en/of AK Ingenieurs
Gebrek aanwezig?
Gebrek zichtbaar/verborgen?
Gebrek gevolg van verbouwing [gedaagde 1]?
Wijze van herstel?
Begroting van herstelkosten
Inschatting hersteltijd
Bewoning mogelijk tijdens herstel?
Valt dit gebrek onder de schikking (juni 2022)?
Overige opmerkingen?
Stalen portaal t.h.v. recht opgetrokken achtergevel ontbreekt
HSB zijwanden uitbouw enkelwandig en te dun uitgevoerd
Fundering achtergevel uitbouw onvoldoende
Zijwand opbouw 1e etage in hout i.p.v. steen uitgevoerd
Dakbedekking uitbouw lekkend
Dakbedekking 1e verdieping lekkend
Achtergevelbekleding Trespa onjuist gemonteerd
Isolatie van wanden, plafonds en daken onjuist
Mogelijkheid opbouw 2e verdieping tenietgedaan
Riolering niet rechtstreeks aangesloten op hoofdriool
Riolering ingegoten in schuimbeton en onbereikbaar
Lekkage bij buren nr. 58
Erfgrens overschreden
Overige gebreken:
2.8.
Partijen zijn overeengekomen om ieder de helft van de kosten voor de deskundige te dragen.
De rechtbank wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige. De rechtbank zal deze verplichting uitwerken zoals nader onder de beslissing omschreven. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de rechtbank daaruit de gevolgtrekking maken die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.
2.9.
Als een partij desgevraagd of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundige doet toekomen, dient zij daarvan terstond afschrift aan de wederpartij te verstrekken.
Beoordeling in de hoofdzaak
2.10.
De verdere behandeling van de hoofdzaak zal worden aangehouden in afwachting van de uitkomst van het deskundigenonderzoek.

3.De beslissing

De rechtbank
in het incident
3.1.
beveelt een onderzoek door een deskundige ter beantwoording van de vragen zoals vermeld in r.o. 2.6 en 2.7;
3.2.
benoemt tot deskundige:
Ir. G.W.N. Jol Msc
werkzaam bij EBMC Nederland B.V.
Stern 4
1721 DR Broek op Langedijk
Telef,: 0226-399320 of 06-42243393
e-mail: info@ebmcnederland.nl
het voorschot
3.3.
bepaalt met het oog op de vaststelling van het voorschot op de kosten van de deskundige het volgende:
  • de deskundige dient binnen drie weken na de datum van dit vonnis een begroting van de kosten op te geven aan de griffie van de rechtbank, gespecificeerd naar het verwachte aantal te besteden uren, het uurtarief en de eventuele overige kosten,
  • de griffie zal de opgave van de deskundige vervolgens toezenden aan partijen;
  • partijen kunnen desgewenst binnen twee weken na dagtekening van de brief van de griffie schriftelijk bij de rechtbank bezwaar maken tegen de begroting,
  • indien niet of niet tijdig bezwaar wordt gemaakt, wordt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige reeds nu voor alsdan vastgesteld op het door de deskundige begrote bedrag,
  • indien wel tijdig bezwaar wordt gemaakt, zal het voorschot worden vastgesteld bij afzonderlijke rechterlijke beslissing,
3.4.
bepaalt dat partijen ieder de helft van het voorschot binnen twee weken na ontvangst van een nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak dienen over te maken op het daarop vermelde rekeningnummer, onder vermelding van “voorschot deskundigenrapport” en het zaak- en rolnummer,
3.5.
draagt de griffier op om de deskundige onmiddellijk in kennis te stellen van de betaling van het voorschot,
het onderzoek
3.6.
bepaalt dat partijen ieder hun eigen tot nu toe gewisselde stukken uit het procesdossier in afschrift aan de deskundige dienen te doen toekomen en dat [eiser 1] het door hem opgestelde en aan de herformulering door de rechtbank aangepaste Excel-bestand aan de deskundige ter beschikking zal stellen,
3.7.
bepaalt dat de deskundige het onderzoek zelfstandig zal instellen op de door de deskundige in overleg met partijen te bepalen tijd en plaats,
3.8.
wijst de deskundige er op dat:
  • de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie),
  • de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
  • de deskundige partijen bij een onderzoek van een object ter plaatse gelegenheid dient te bieden dit onderzoek bij te wonen; indien slechts één partij, althans niet alle partijen, bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig is of zijn, de deskundige dit onderzoek niet mag uitvoeren, tenzij alle partijen zijn uitgenodigd om bij dat onderzoek aanwezig te zijn, en dat uit het rapport moet blijken dat hieraan is voldaan,
  • indien partijen bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig zijn geweest, uit het rapport moet blijken welke opmerkingen zij hebben gemaakt en welke verzoeken zij hebben gedaan, en hoe de deskundige hierop heeft gereageerd,
3.9.
bepaalt dat partijen nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundige dienen te verstrekken indien deze daarom verzoekt, de deskundige toegang dienen te verschaffen tot voor het onderzoek noodzakelijke plaatsen, en de deskundige ook voor het overige gelegenheid dienen te geven tot het verrichten van het onderzoek,
het schriftelijk rapport
3.10.
draagt de deskundige op om uiterlijk drie maanden na het schriftelijk bericht van de griffier omtrent de betaling van het voorschot een schriftelijk en ondertekend bericht in drievoud ter griffie van de rechtbank in te leveren, onder bijvoeging van een gespecificeerde declaratie,
3.11.
wijst de deskundige er op dat:
  • uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,
  • de deskundige een concept van het rapport aan partijen moet toezenden, opdat partijen de gelegenheid krijgen binnen vier weken daarover bij de deskundige opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden,
3.12.
bepaalt dat partijen binnen vier weken dienen te reageren op het concept-rapport van de deskundige nadat dit aan partijen is toegezonden en dat partijen bij de deskundige geen gelegenheid hebben op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het concept-rapport te reageren.
overige bepalingen
3.13.
bepaalt dat de zaak op de rol zal komen voor conclusie na deskundigenbericht aan de zijde van [eiser 1] en [gedaagde 1] op een termijn van vier weken na ontvangst ter griffie van het rapport,
3.14.
draagt de griffier op de zaak op een eerdere rol te plaatsen indien het voorschot niet binnen de daarvoor bepaalde (eventueel verlengde) termijn is ontvangen: voor akte uitlating voortprocederen aan beide zijden op een termijn van twee weken,
3.15.
verklaart de beslissing over het voorschot uitvoerbaar bij voorraad,
in de hoofdzaak
3.16.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.S.J. Thijs en in het openbaar uitgesproken op 24 januari 2024. [1]

Voetnoten

1.type: 1155