ECLI:NL:RBNHO:2024:3992
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige bouw op perceel van buurman met vordering tot verwijdering
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, staat de onrechtmatige bouw van een uitbouw aan de achterzijde van de woning van gedaagde centraal. De uitbouw is gedeeltelijk op het perceel van eiser gebouwd, zonder dat eiser hiervoor toestemming heeft verleend. De rechtbank heeft op 10 april 2024 geoordeeld dat de bouw onrechtmatig is en dat gedaagde de uitbouw moet verwijderen. De procedure begon met een dagvaarding op 18 augustus 2023, gevolgd door verschillende processtukken en een mondelinge behandeling op 4 maart 2024. Tijdens deze behandeling werd duidelijk dat partijen buren zijn en dat er een overeenkomst was getekend op 30 april 2022, waarin werd gesproken over de bouw van een muur op de erfgrens. Echter, de rechtbank concludeert dat er geen expliciete toestemming was gegeven voor de bouw op het perceel van eiser. De rechtbank heeft de vorderingen van eiser tot verwijdering van de uitbouw toegewezen, met een termijn van drie maanden voor gedaagde om aan deze veroordeling te voldoen. Tevens is er een dwangsom opgelegd van € 500 per dag bij niet-naleving, met een maximum van € 30.000. De proceskosten zijn voor gedaagde, die in het ongelijk is gesteld.