Uitspraak
1.[gedaagde 1],2. [gedaagde 2],3. [gedaagde 3],
1.De procedure
- de dagvaarding van 24 november 2023;
- de conclusie van antwoord in conventie/eis in reconventie;
- de akte van [eiser] d.d. 28 maart 2024;
- de antwoord in reconventie tevens houdende akte wijziging eis in conventie
- de mondelinge behandeling van 9 april 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt en waarbij [eiser] gebruik heeft gemaakt van pleitnotities waarin tevens een antwoord in reconventie en een akte wijziging van eis in conventie zijn opgenomen.
2.De feiten
(…)8.1 Behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van verhuurder is het huurder niet toegestaan het gehuurde geheel of gedeeltelijk aan derden in huur, onderhuur of gebruik af te staan, dan wel de huurrechten geheel of gedeeltelijk aan derden over te dragen of in te brengen in een personenvennootschap of rechtspersoon.8.2 Ingeval huurder handelt in strijd met bovenstaande bepaling, verbeurt huurder aan verhuurder per kalenderdag dat de overtreding voortduurt een direct opeisbare boeten, gelijk aan tweemaal de op dat moment voor huurder geldende huurprijs per dag, onverminderd het recht van verhuurder om nakoming dan wel ontbinding van de huurovereenkomst, alsmede schadevergoeding te vorderen. (…)
1. [gedaagde 1] zal binnen vier weken na heden door een erkende elektricien de werkzaamheden laten uitvoeren die genoemd zijn in productie 11 bij de dagvaarding waarbij met de hand nummers 3 en 5 zijn geschreven.De werkzaamheden moeten op zodanige wijze worden uitgevoerd dat DVT Advies daaraan haar goedkeuring zal verlenen. [gedaagde 1] draagt de kosten van het uitvoeren van de werkzaamheden en de bijbehorende materialen.2. [eiser] zal binnen vier weken na heden door [bedrijf 1] de groepenkast laten vervangen door een groepenkast met een minimale belasting die overeenkomst met de belasting van de huidige installatie en een aardlek laten aanleggen, een en ander conform productie 11 bij de dagvaarding niet zijnde de werkzaamheden waarbij met de hand nummers 3 en 5 zijn geschreven. Er rust geen verplichting op [eiser] om de schakelklok en verdeeldoos terug te plaatsen (zie pagina 16 met handgeschreven nummer 2 respectievelijk pagina 17 met handgeschreven nummer 4). [eiser] zal de kosten dragen van de werkzaamheden. De werkzaamheden moeten op zodanige wijze worden uitgevoerd dat CVT Advies daaraan haar goedkeuring zal verlenen. Na het uitvoeren van de werkzaamheden zal [gedaagde 1] niet zonder toestemming van [eiser] wijzigingen aanbrengen in de groepenkast. Een eventueel verzoek van [gedaagde 1] om door een erkende elektricien wijzigingen te laten aanbrengen zal niet zonder redelijke gronden door [eiser] worden geweigerd.3.Voor beide partijen geldt dat de termijn van vier weken zoals bedoeld onder nummer 1 en 2 met maximaal twee weken kan worden verlengd in geval van onvoorziene omstandigheden.4. Nadat de werkzaamheden zijn uitgevoerd zal [gedaagde 1] DVT Advies opdracht geven om een herkeuring uit te voeren aan de hand van het eerdere advies van 15 februari 2022. [gedaagde 1] zal ook daarvan de kosten dragen.5. Partijen komen overeen dat zij na uitvoering van het bovenstaande ter zake van alle onderwerpen van dit geschil niets meer van elkaar te vorderen hebben en elkaar finale kwijting verlenen, met dien verstande dat [eiser] geen ontbinding van de huurovereenkomst zal vorderen op grond van de feiten en omstandigheden zoals genoemd in de dagvaarding en dat [eiser] geen aanspraak zal maken op de gevorderde boetes.
a. dat mijn rekwirant (…) de tussen hem lopende huurovereenkomst (…) opzegt tegen 1 december 2023, zodat de laatste huurdag is 30 november 2023;b. dat deze opzegging plaatsvindt op de volgende gronden:- primair: de bedrijfsvoering van huurder niet is geweest zoals een goed huurder betaamt (artikel 7:296 lid onder a BW);- subsidiair: bij een redelijke afweging van de belangen van verhuurder bij beëindiging van de huurovereenkomst, het belang van de verhuurder bij beëindiging van de huurovereenkomst zwaarder weegt dan het belang van de huurder bij verlenging daarvan (artikel 7:296 lid 3 BW)dat de bedrijfsvoering niet is geweest zoals van een goed huurder betaamt en bij een redelijke afweging van belangen, het belang van [eiser] zwaarder weegt.(…)Later is, zonder toestemming van [eiser], onder hetzelfde KvK-nummer op het adres tevens ingeschreven de eenmanszaak NH taxi service. Eigenaar van NH taxi service is [gedaagde 1].(…)Hij heeft de exploitatie van zijn eenmanszaak [bedrijf 2] per 1 januari 2021 gestaakt en het door hem in het gehuurde uitgeoefende afhaalbedrijf en huurrechten in de vof, een personenvennootschap, ingebracht, althans hij heeft het gehuurde geheel of gedeeltelijk aan een derde, te weten de vof, in onderhuur of gebruik afgestaan.(…)Uit het handelsregister blijkt echter dat [gedaagde 1] met ingang van 1 januari 2021 de exploitatie van het afhaalrestaurant via zijn eenmanszaak heeft gestaakt en in het huurde als eenmanszaak alleen nog zijn taxibedrijf uitoefent. Het gebruik van het gehuurde voor de exploitatie van uitsluitend een taxibedrijf is in strijd met de aan het gehuurde gegeven contractuele bestemming.(…)[gedaagde 1] houdt het gehuurde en de zich daarin bevindende installaties niet schoon.(…) Horecabedrijven zijn verplicht een vetafscheider te hebben en onderhouden die voldoet aan NEN 1525-1 en NEN 1825-2.(…)De keuken van het afhaalcentrum is zeer waarschijnlijk niet voorzien van een vetafscheider die voldoet aan NEN 1525-1 en NEN 1825-2(…)Op grond van tussen partijen gemaakte afspraken dient [gedaagde 1] werkzaamheden aan de elektrische installatie in het pand laten uitvoeren op een zodanige wijze, dat de DVTAdvies B.V., die de installatie eerder heeft afgekeurd, daaraan haar goedkeuring zal verlenen. Of [gedaagde 1] aan zijn verplichtingen heeft voldaan, zal moeten blijken bij de herkeuring door DVT. Deze is gepland voor 6 december 2022. Als daarbij blijkt dat [gedaagde 1] niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan, dan legt [eiser] ook dit aan deze huuropzegging ten grondslag.Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de bedrijfsvoering van [gedaagde 1] niet is zoals een goed huurder betaamt.(…)[eiser] moet haar huurders kunnen vertrouwen. Als gevolg van hetgeen hiervoor met betrekking tot de primaire grondslag is gesteld, is [eiser] echter ieder vertrouwen in [gedaagde 1] kwijt.(…)Het feit dat [gedaagde 1] in strijd met artikel 8.1 AB heeft gehandeld, dat heeft verzwegen en daarover in de procedure zelfs bewust een onjuist voostelling van zaken heeft gegeven, rekent [eiser] hem zwaar aan.(…)Ook het feit dat [gedaagde 1] het gehuurde niet althans niet voldoende schoonhoudt weegt zwaar.(…)[eiser] heeft in november 2022 een aanzienlijk bedrag geïnvesteerd in een nieuwe verdeelinrichting (groepenkast). Zij heeft er belang bij haar investering te beschermen.(…)[gedaagde 1] heeft geen omvangrijke investeringen in het gehuurde gedaan en investeringen die hij wel heeft gedaan, zijn inmiddels afgeschreven. Omdat hij een taxibedrijf exploiteert, is [gedaagde 1] voor zijn levensonderhoud niet afhankelijk van de inkomsten uit het afhaalcentrum.”
“Op de begane grond heb ik het plafond van de keuken open gedaan daar viel erg veel vies water naar beneden.Alleen op één hoek van het plafond was het heel erg nat.Daarna ben ik naar de tweede verdieping gegaan en ben ik de ruimte in gelopen waar de cv ketel hangt. Ik zag dat daar een douchecabine was geplaatst, ik heb de douchecabine naar voren gehaald en zag dat de afvoerpijp was gekoppeld met de condensceafvoer voor de cv ketel. De afschot van de afvoer is verkeerd geplaatst.(…)Naar mijn mening is de lekkage daardoor ontstaan omdat de aansluiting alleen met tape is gedaan, en voor zo een douchecabine heb je een aparte afvoer nodig met minimaal 50 mm PVC pijp. De douchecabine is aanzienlijk gebruikt waardoor deze lekkage is ontstaan.”
“Hierbij bevestig ik dat 14-10-2023 omstreeks 11.00 uur is Venom Bouwbedrijf geweest om naar de lekkage te kijken wederom is naar mijn mening de lekkage ontstaan omdat er een aansluiting in de douchecabine is gedaan wat niet op de juiste manier is voor zo een aansluiting is een aparte afvoer nodig met minimaal 50 mm PVC pijp.De douchecabine is aanzienlijk gebruikt waardoor deze lekkage is ontstaan. De situatie is hetzelfde zoals eerder geconstateerd.”
“Cliënt verzoek ik U voorzoveel nodig sommeert U hierbij om U te houden aan de verplichtingen voorvloeiende uit de huurovereenkomst bij gebreke waarvan ik mijn cliënt zal moeten adviseren de geëigende rechtsmaatregelen te nemen.Tot op heen heeft U niet gereageerd op de huuropzegging door cliënt.”(…)
3.Het geschil
4.De beoordelingWie voert verweer?
Als [eiser] van plan was om binnen twee maanden na de verleende finale kwijting de huurovereenkomst op te zeggen, had zij daarvan bij het maken van de afspraken op 7 oktober 2022 melding moeten maken. Dat heeft zij niet gedaan. Gegeven de gemaakte afspraak stond het [eiser] alleen vrij om op te zeggen op basis van andere feiten en omstandigheden dan die waarover zij destijds een geschil hadden.
Huurbeëindiging door opzegging
Dat een huurder in strijd handelt met de huurovereenkomst, leidt niet automatisch tot de conclusie dat sprake was van slechte bedrijfsvoering. De bedrijfsvoering van een huurder die altijd stipt op tijd betaalt, kan toch niet zijn zoals die van een goed huurder. Anderzijds kan de huurder die niet altijd stipt betaalt, toch het belang van de verhuurder bevorderen, door diens pand voortdurend en overeenkomstig de contractuele bestemming te gebruiken en daarin op efficiënte wijze een florerend bedrijf uit te oefenen. Het enkele feit dat de huurder de huur niet steeds tijdig voldoet, en daardoor tekortschiet in de nakoming van zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst, betekent dan ook niet, en zeker niet vanzelf, dat ook sprake is van slechte bedrijfsvoering (zie hof Arnhem-Leeuwarden, 5 oktober 2021, ECLI:NL:GHARL:2021:9361).
- het onderbrengen van de huurrechten in een [gedaagde 3] althans het gehuurde geheel of gedeeltelijk in onderhuur of gebruik aan een derde af staan, door het onderbrengen van de in het gehuurde geëxploiteerde onderneming in een [gedaagde 3];
- het wijzigen van de bestemming van het gehuurde door daar een taxibedrijf in te schrijven en door het woongedeelte te verhuren via Airbnb;
- het stelselmatig te laat betalen van de huur;
- het niet schoonhouden van het gehuurde omdat de afzuigkap niet is voorzien van een verwisselbaar en vetvangend filter en omdat er geen vetafscheider is.
Ten aanzien van de inschrijving van het taxibedrijf geldt dat de exploitatie van het gehuurde als winkelruimte/afhaalcentrum niet is gewijzigd. De registratie van het taxibedrijf in het gehuurde heeft uitsluitend om administratieve redenen plaatsgevonden. [gedaagde 1] verricht de taxi-werkzaamheden ook niet vanuit het gehuurde. [gedaagde 1] heeft onbetwist aangevoerd dat het aanbieden van de woonruimte in het gehuurde via Airbnb op eerste verzoek van [eiser] is gestaakt. Deze situatie doet zich al geruime tijd niet meer voor. Dat een deel van het gehuurde als woonruimte is ingericht moet aan [eiser] bekend zijn geweest gelet op de stelling van [gedaagde 1] dat dit al zo was toen hij door indeplaatsstelling huurder werd.
Voor wat betreft de te late betalingen geldt dat, zoals hiervoor al is overwogen, dit gegeven op zich zelf niet leidt tot de conclusie dat sprake is van slechte bedrijfsvoering. Uit het door [eiser] overgelegde overzicht blijkt dat [gedaagde 1] weliswaar nooit voor de eerste van de maand betaalt, maar dat hij op enkele uitzonderingen na, altijd uiterlijk de vierde van de maand heeft betaald. Onvoldoende is gebleken dat dit betalingsgedrag in het verleden een probleem voor [eiser] was en dat [gedaagde 1] hierop meer dan eens is aangesproken.
Ten aanzien van het schoonmaken van het gehuurde heeft [gedaagde 1] onvoldoende betwist aangevoerd dat hij dagelijks schoonmaakt, maar dat het onderhoud van het pand, dat door [eiser] uitgevoerd moet worden, te wensen overlaat terwijl het pand ook op leeftijd is.
Verder heeft hij onvoldoende betwist aangevoerd dat de afzuigkap inmiddels is aangepast (en goedgekeurd door de Omgevingsdienst) en dat hij niet verplicht is een vetafscheider te hebben en overigens het vet niet via de riolering afvoert maar verzamelt in voor dat doel bestemde bak.
- [gedaagde 1] zonder toestemming van [eiser] een douchecabine heeft geplaatst waardoor waterschade is ontstaan;
- [gedaagde 1] tegen de buitenmuur van het gehuurde troep heeft opgestapeld hetgeen brandgevaarlijk is.
Ten eerste staat de finale kwijting die partijen elkaar op 7 oktober 2022 hebben verleend, daaraan in de weg. Vast staat dat partijen, op betaling van de kosten van de herkeuring na, uitvoering hebben gegeven aan het proces-verbaal. [eiser] heeft niet aangetoond dat de kosten van de herkeuring wel bij [gedaagde 1] c.s. in rekening zijn gebracht. Dat [gedaagde 1] c.s. dus nog geen uitvoering heeft (kunnen) geven aan dit laatste onderdeel van het proces-verbaal kan [gedaagde 1] c.s. dan ook niet worden tegengeworpen, te minder omdat [gedaagde 1] c.s. ter comparitie heeft verklaard die kosten op eerste verzoek te zullen voldoen.
Ten tweede geldt dat, los van de finale kwijting, uit hetgeen hiervoor ten aanzien van alle aan [gedaagde 1] gemaakte verwijten is overwogen, volgt dat de gestelde wanprestatie van [gedaagde 1], voor zover die al vast staat, in de gegeven omstandigheden niet zodanig ernstig is dat deze de ontbinding van de huurovereenkomst en alle daaraan voor [gedaagde 1] verbonden gevolgen rechtvaardigt.
Conclusie
Proceskosten