ECLI:NL:RBNHO:2024:4076

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
17 april 2024
Publicatiedatum
24 april 2024
Zaaknummer
10572728 \ CV FORM 23-3851
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatieverzoek passagiers na vertraging van vlucht door buitengewone omstandigheden

In deze zaak hebben de passagiers, verzoekers, een vervoersovereenkomst gesloten met Ryanair DAC voor een vlucht van Amsterdam-Schiphol naar Dublin op 26 april 2022. De vlucht, FR3103, heeft meer dan drie uur vertraging opgelopen. De passagiers hebben compensatie van de vervoerder verzocht in verband met deze vertraging, maar de vervoerder heeft geweigerd tot betaling over te gaan. De passagiers baseren hun verzoek op de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij vertragingen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur zijn aangekomen. De vervoerder kan echter een beroep doen op buitengewone omstandigheden, zoals beperkingen opgelegd door de luchtverkeersleiding, die de vertraging hebben veroorzaakt. De vervoerder heeft aangevoerd dat de vertraging van de vlucht het gevolg was van deze buitengewone omstandigheden, en de kantonrechter heeft geoordeeld dat dit beroep op buitengewone omstandigheden in beginsel gegrond is.

De kantonrechter heeft verder beoordeeld of de buitengewone omstandigheden doorwerken naar de vlucht van de passagiers. Na een gedetailleerde analyse van de vertragingen van de voorgaande vluchten, concludeert de kantonrechter dat de vertraging van de vlucht van de passagiers, na aftrek van de tijd die aan de buitengewone omstandigheden is te wijten, minder dan drie uur bedraagt. Hierdoor is de vervoerder niet verplicht om compensatie te betalen. De kantonrechter wijst het verzoek van de passagiers af en veroordeelt hen tot betaling van de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10572728 \ CV FORM 23-3851
Uitspraakdatum: 17 april 2024
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:

1.[verzoeker 1],

2. [verzoeker 2],
beiden wonende te [plaats],
verzoekende partijen
verder te noemen: de passagiers
gemachtigde: [gemachtigde] (Aviclaim, ProBe-ASP B.V.)
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Ryanair DAC,
gevestigd te Dublin, Ierland,
verwerende partij
verder te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. J.J. Croon (Croon Aviation Lawyers)

1.Het procesverloop

Dit verloop blijkt uit:
  • het vorderingsformulier (formulier A), ingekomen ter griffie op 12 juni 2023;
  • het verweerschrift, ingekomen ter griffie op 6 september 2023.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben met de vervoerder een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder de passagiers op 26 april 2022 diende te vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport naar Dublin, Ierland, met vlucht FR3103 (hierna: de vlucht).
2.2.
De vlucht heeft meer dan drie uur vertraging opgelopen.
2.3.
De passagiers hebben compensatie van de vervoerder verzocht in verband met voornoemde vertraging.
2.4.
De vervoerder heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
De passagiers verzoeken de vervoerder te veroordelen tot betaling van:
- € 500,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 april 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 75,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten.
3.2.
De passagiers baseren het verzoek op de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Europese Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof).
3.3.
De passagiers stellen dat de vervoerder vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is compensatie te betalen conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 250,00 per persoon. Daarnaast maken de passagiers aanspraak op betaling door de vervoerder van de buitengerechtelijke kosten en de wettelijke rente.
3.4.
De vervoerder betwist de verschuldigdheid en de hoogte van het verzochte. Op het verweer wordt - voor zover relevant - bij de beoordeling van het geschil ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van het verzoek kennis te nemen.
4.2.
Niet in geschil is dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur op de overeengekomen eindbestemming zijn aangekomen, zodat de vervoerder in beginsel een compensatieplicht heeft. Dit is anders indien hij kan aantonen dat de vertraging het gevolg is geweest van buitengewone omstandigheden die ondanks het treffen van redelijke maatregelen niet voorkomen hadden kunnen worden, in de zin van artikel 5 lid 3 van de Verordening.
4.3.
De vervoerder heeft een beroep gedaan op (de doorwerking van) buitengewone omstandigheden als hiervoor bedoeld. Hij heeft aangevoerd dat de vlucht in kwestie onderdeel uitmaakte van de rotatievlucht Dublin – Amsterdam – Dublin – Amsterdam – Dublin (vluchten FR3100, FR3101, FR3102 en FR3103). Deze zouden worden uitgevoerd met het vliegtuig met registratie EI-DWM. De luchtverkeersleiding heeft aan voornoemde vluchten beperkingen opgelegd, waardoor zij vertraagd zijn uitgevoerd. De reden hiervoor was dat binnenkomende vluchten op de luchthaven van Amsterdam werden beperkt, aldus de vervoerder. Ter onderbouwing verwijst de vervoerder naar het
Daily Movement Sheetvan het vliegtuig, en een
Ops statement, inclusief
ATC-history.
4.4.
De vervoerder heeft aangevoerd dat vlucht FR3100 van Dublin naar Amsterdam te maken kreeg met een vertraging van 1 uur en 47 minuten vanwege vertragingscode 81. Dit staat, volgens de door de vervoerder overgelegde
IATA delay codes, voor ‘
ATFM due to ATC EN-ROUTE DEMAND/CAPACITY, standard demand/capacity problems.De kantonrechter oordeelt dat beperkingen door de luchtverkeersleiding in beginsel een buitengewone omstandigheid opleveren. Wanneer een vlucht een gewijzigde vertrektijd opgelegd krijgt, heeft deze niet de mogelijkheid om toch eerder te vertrekken. Een nieuwe vertrektijd moet immers altijd worden opgevolgd en is niet inherent aan de normale bedrijfsuitoefening van een luchtvaartmaatschappij. Dit betekent dat de vervoerder ten aanzien van de vertraging van vlucht FR3100 wegens code 81 een geslaagd beroep kan doen op buitengewone omstandigheden.
4.5.
De vraag die vervolgens voorligt is of deze buitengewone omstandigheid doorwerkt naar de direct daarop volgende vlucht FR3101 van Amsterdam naar Dublin. Uit het
Daily Movement Sheetblijkt dat vlucht FR3101 met 2 uur en 29 minuten is vertraagd vanwege vertragingscode 93. Dit staat volgens de overgelegde
IATA Delay Codesvoor
Aircraft Rotation, late arrival of aircraft from another flight or previous sector. Hieruit blijkt dat deze vertraging is ontstaan als gevolg van de vertraagde uitvoering van de voorafgaande vlucht. Gesteld noch gebleken is echter waarom de vertraging is opgelopen tot 2 uur en 29 minuten. Nu al is vastgesteld dat 1 uur en 47 minuten van deze vertraging is ontstaan als gevolg van een buitengewone omstandigheid, werkt deze buitengewone omstandigheid voor de duur van 1 uur en 47 minuten door naar vlucht FR3101.
4.6.
De direct daarop volgende vlucht FR3102 van Dublin naar Amsterdam is met 2 uur en 30 minuten vertraging uitgevoerd vanwege code 93 en met 37 minuten vanwege code 81. Onder verwijzing naar hetgeen hiervoor is overwogen, is de kantonrechter van oordeel dat de vertraging van vlucht FR3101 voor de duur van 1 uur en 47 minuten doorwerkt op vlucht FR3102. De vertraging als gevolg van code 81 kan, gelet op hetgeen onder 4.4 is overwogen, eveneens worden aangemerkt als het gevolg van een buitengewone omstandigheid.
4.7.
Ten slotte is de vlucht in kwestie met een vertraging van 3 uur en 13 minuten uitgevoerd vanwege code 93 en met 20 minuten vertraging vanwege code 86. De kantonrechter is, onder verwijzing naar hetgeen hiervoor is overwogen, van oordeel dat de vertraging van vlucht FR3102 voor de duur van 2 uur en 24 minuten doorwerkt op de vlucht in kwestie.
4.8.
Bij een vertraging die niet alleen is ontstaan wegens buitengewone omstandigheden maar ook vanwege andere omstandigheden, dient de vertraging als gevolg van buitengewone omstandigheden te worden afgetrokken van de totale aankomstvertraging van de betrokken vlucht. De totale vertraging van de vlucht (3 uur en 13 minuten) dient daarom te worden verminderd met de tijd die aan de doorwerking van de buitengewone omstandigheid is te wijten. Dat is dit geval ten minste 2 uur en 24 minuten. Na aftrek resteert een vertraging van minder dan drie uur. Gelet hierop behoeft de vertraging van 20 minuten als gevolg van code 86 geen bespreking meer. Het verzoek van de passagiers zal worden afgewezen.
4.9.
De discussie tussen partijen over de algemene vervoersvoorwaarden van de vervoerder behoeft geen bespreking meer, aangezien dit niet tot een ander oordeel zou leiden.
4.10.
De proceskosten komen voor rekening van de passagiers omdat deze in het ongelijk worden gesteld. Ook de nakosten komen voor rekening van de passagiers, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst het verzochte af;
5.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de vervoerder tot en met vandaag worden begroot op € 135,00 aan salaris gemachtigde en veroordeelt de passagiers tot betaling van € 67,50 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze beschikking staat geen hoger beroep open