Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.Feiten
[omschrijving]’. Het bedrag is afkomstig van de bankrekening van [A] .
Ik wil restant van mijn geld naar FTX platform brengen. Wat zijn de manieren om dat lage kosten te doen?’
Hierbij bevestig is dat ik het bedrag van € 1.720,00 van [A] ( [A] , toevoeging KR) heb ontvangen en beloof ik de familie [B] vanaf heden niet meer te benaderen op welke manier dan ook. [A] en ik zijn samen overeengekomen dat dit bedrag definitief is en ik zal haar in de toekomst niet met andere kosten confronteren. Ik verklaar dat ik deze betalingsregeling niet deel met anderen, behalve eventueel met mijn advocaat.’
Ik schrijf je om je te informeren dat ik onze overeenkomst wil opzeggen en het geld aan je wil teruggeven zodra ik mijn volledige betaling van [gedaagde] heb ontvangen […].’
3.De vordering
€ 5.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van algehele betaling en tot betaling van de proceskosten.
4.Het verweer
[gedaagde] voert aan dat het, anders dan [eiser] meent, niet aan hem is om te stellen en te bewijzen dat er voor de betaling een rechtsgrond is. [eiser] stelt dat hij het bedrag onverschuldigd heeft betaald, zodat om hem de stelplicht en de bewijslast rust. Volgens [gedaagde] heeft [eiser] hieraan niet voldaan, zodat de vordering moet worden afgewezen.
5.De beoordeling
Ja is goed stort morgen je geld terug’ [4] , kan, anders dan [eiser] kennelijk meent, evenmin worden afgeleid dat partijen een lening zijn overeengekomen. De kantonrechter weegt mee dat [gedaagde] hier tegenover heeft aangevoerd dat hij [eiser] wilde helpen om het geld van het Bybit-account naar een FTX-platform over te zetten. Gelet op de inhoud van het door [gedaagde] overgelegde whats-appbericht [5] tussen partijen in samenhang met de inhoud van het door [eiser] overgelegde whats-appbericht, acht de kantonrechter dit aannemelijk. De vordering, voor zover die is gebaseerd op een lening, wordt daarom afgewezen.