Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Stichting Velison Wonen
1.Het procesverloop
2.Feiten
huurovereenkomst voor bepaalde tijd met begeleid wonen. De begeleiding van [gedaagde] vindt plaats door het RIBW. De huur bedraagt € 576,13 per maand.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft Stichting Velison Wonen een vordering ingesteld tegen [gedaagde] wegens huurachterstand. De huurovereenkomst voor een woning met begeleid wonen, die op 13 december 2022 is ingegaan, is door [gedaagde] per 12 januari 2024 verlaten. Velison Wonen heeft op 10 augustus 2023 een dagvaarding uitgebracht, waarna een zitting op 27 maart 2024 heeft plaatsgevonden. [gedaagde] is niet verschenen op de zitting, ondanks dat hij daartoe was opgeroepen. Velison Wonen vorderde betaling van de huurachterstand, die op dat moment € 6.436,61 bedroeg, en heeft haar vorderingen tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming ingetrokken omdat [gedaagde] het gehuurde had verlaten.
[gedaagde] heeft verweer gevoerd, onder andere stellende dat hij zich onveilig voelde in het gehuurde en dat zijn buurman had gezegd dat hij 'gratis' woonde. De kantonrechter heeft geoordeeld dat deze argumenten niet voldoende zijn om de huurverplichting te ontkennen. De kantonrechter heeft de vordering van Velison Wonen toegewezen en [gedaagde] veroordeeld tot betaling van de huurachterstand, inclusief wettelijke rente. De vordering tot buitengerechtelijke incassokosten werd afgewezen omdat Velison Wonen niet voldoende bewijs had geleverd van de aanmaning. De proceskosten zijn voor rekening van [gedaagde].