Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[eiseres]
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de huurder, aangeduid als [eiseres], een vordering ingesteld tegen haar verhuurder, Stichting Parteon, met betrekking tot herstel van gebreken in haar huurwoning na een renovatie. De huurder vordert ook schadevergoeding voor materiële en immateriële schade. De renovatie werd uitgevoerd door een aannemer, [bedrijf], in opdracht van Parteon. De huurder heeft meerdere klachten ingediend over gebreken die na de renovatie zouden zijn ontstaan. De verhuurder heeft de gebreken hersteld, maar de huurder stelt dat er nog steeds gebreken zijn die niet zijn verholpen. De kantonrechter heeft op 23 mei 2024 uitspraak gedaan in deze zaak. De rechter oordeelt dat de huurder onvoldoende heeft onderbouwd dat er sprake is van gebreken die de verhuurder moet herstellen. De kantonrechter wijst de vordering tot herstel van gebreken af, evenals de vordering tot schadevergoeding. De huurder wordt in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten betalen, die zijn begroot op € 982,70. De rechter heeft de wettelijke rente over de proceskosten toegewezen, indien deze niet tijdig worden betaald.