ECLI:NL:RBNHO:2024:4940

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
21 mei 2024
Publicatiedatum
21 mei 2024
Zaaknummer
11058710 \ VV EXPL 24-32
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Loonvordering werknemer en matiging wettelijke verhoging in kort geding

In deze zaak vordert een werknemer, [eiser], dat zijn werkgever, Consult.Live B.V., wordt veroordeeld tot betaling van achterstallig loon voor de maanden maart en april 2024. De werkgever erkent dat zij loon verschuldigd is, maar voert aan dat zij door financiële problemen niet in staat is het loon te betalen. De kantonrechter oordeelt dat betalingsonmacht de werkgever niet ontslaat van zijn betalingsverplichting. De vordering van de werknemer wordt toegewezen, maar de kantonrechter ziet aanleiding om de door de werknemer gevorderde wettelijke verhoging te matigen tot 10%.

Het procesverloop begint met de dagvaarding door [eiser] op 7 mei 2024, gevolgd door een mondelinge behandeling op 16 mei 2024. [Eiser] is sinds 1 juli 2022 in dienst bij Consult.Live als Customer Service Manager en heeft recht op 70% van zijn loon sinds hij arbeidsongeschikt is geraakt op 26 november 2023. Hij heeft echter over de maanden maart en april 2024 geen salaris ontvangen.

De kantonrechter overweegt dat de vordering in kort geding kan worden toegewezen, omdat er sprake is van een spoedeisend belang. De werkgever heeft erkend dat [eiser] recht heeft op loon, maar stelt dat zij niet in staat is om te betalen vanwege financiële problemen. De kantonrechter wijst de vordering tot betaling van het achterstallige loon en het toekomstige loon toe, en legt de wettelijke verhoging en wettelijke rente op. Ook de buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen, evenals de proceskosten aan de zijde van [eiser]. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en de overige vorderingen worden afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknr./rolnr.: 11058710 \ VV EXPL 24-32
Uitspraakdatum: 21 mei 2024
Vonnis van de kantonrechter in kort geding in de zaak van:
[eiser]
wonende te [woonplaats]
eiser
verder te noemen: [eiser]
gemachtigde: mr. C.M. Dentro (DAS)
tegen
de besloten venoootschap
Consult.Live B.V.
gevestigd te Heemskerk
gedaagde
verder te noemen: Consult.Live
gemachtigde: [directeur] (directeur)
De zaak in het kort
In deze zaak vordert een werknemer dat zijn werkgever wordt veroordeeld tot betaling van achterstallig loon. De werkgever erkent dat zij loon verschuldigd is, maar voert aan dat zij door financiële problemen niet in staat is het loon te betalen. Betalingsonmacht ontslaat de werkgever echter niet van zijn betalingsverplichting. De vordering van de werknemer wordt daarom toegewezen. Wel ziet de kantonrechte aanleiding de door de werknemer gevorderde wettelijke verhoging te matigen.

1.Het procesverloop

1.1.
[eiser] heeft Consult.Live op 7 mei 2024 gedagvaard.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 16 mei 2024. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht.

2.De feiten

2.1.
[eiser] is op 1 juli 2022 in dienst getreden bij Consult.Live in de functie van Customer Service Manager tegen een salaris van € 5.000,00 bruto per maand, vermeerderd met 8% vakantietoeslag die tegelijk met het maandelijks loon wordt uitbetaald. .
2.2.
[eiser] is sinds 26 november 2023 arbeidsongeschikt en heeft sindsdien recht op 70% van het overeengekomen loon.
2.3.
[eiser] heeft over de maanden maart en april 2024 geen salaris ontvangen.

3.De vordering en het verweer

3.1.
[eiser] vordert dat de kantonrechter bij wijze van voorlopige voorziening Consult.Live veroordeelt tot betaling van zijn salaris voor de maanden maart en april 2024. Verder vordert [eiser] betaling van het toekomstige loon, de wettelijke verhoging, de wettelijke rente en de proceskosten.
3.2.
[eiser] legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat Consult.Live in strijd heeft gehandeld met haar verplichting op grond van de arbeidsovereenkomst om het loon tijdig te betalen.
3.3.
Consult.Live erkent dat [eiser] in beginsel recht heeft op loon, maar voert aan dat zij over onvoldoende financiële middelen beschikt om de lonen van werknemers uit te betalen.

4.De beoordeling

4.1.
De vordering in kort geding kan alleen worden toegewezen als [eiser] daarbij een spoedeisend belang heeft. Dat is het geval, nu het hier gaat om een loonvordering. Een loonvordering heeft naar zijn aard een spoedeisend karakter.
4.2.
Verder is voor toewijzing van de vordering in dit kort geding vereist dat de aan die vordering ten grondslag gelegde feiten en omstandigheden voldoende aannemelijk zijn en dat het ook in voldoende mate waarschijnlijk is dat die vordering in een nog te voeren gewone procedure (bodemprocedure) zal worden toegewezen. Voor nader onderzoek naar bepaalde feiten en omstandigheden of voor bewijslevering door bijvoorbeeld getuigen is in dit kort geding in beginsel geen plaats. Dat moet gebeuren in een eventuele bodemprocedure. De beoordeling in dit kort geding is dan ook niet meer dan een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen.
4.3.
Consult.Live heeft op de zitting erkend dat [eiser] recht heeft op loon en dat zij het loon van [eiser] over de maanden maart en april 2024 onbetaald heeft gelaten. Dat het loon niet (tijdig) is betaald, omdat er sprake zou zijn van betalingsonmacht doet echter niets af aan de betalingsverplichting van Consult.Live. De vorderingen van [eiser] tot betaling van het achterstallige loon en het toekomstige loon worden daarom toegewezen.
4.4.
Omdat Consult.Live het loon van [eiser] niet op tijd heeft betaald, moet zij op grond van de wet een wettelijke verhoging betalen (artikel 7:625 BW). [eiser] heeft niet weersproken dat de reden voor het niet betalen van loon gelegen is in financiële problemen van Consult.Live. Met het oog daarop matigt de kantonrechter de wettelijke verhoging tot 10%.
4.5.
Op grond van de wet moet Consult Live ook wettelijke rente betalen over de bedragen die te laat betaald zijn (artikel 6:119 BW). De wettelijke rente wordt daarom toegewezen zoals gevorderd.
4.6.
[eiser] heeft tot slot aanspraak gemaakt op € 753,00 aan buitengerechtelijke incassokosten. Omdat [eiser] voldoende heeft onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht en het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten overeen komt met het in het Besluit bepaalde tarief, zullen deze worden toegewezen.
4.7.
De proceskosten (inclusief nakosten) komen voor rekening van Consult.Live, omdat zij ongelijk krijgt. De proceskosten aan de kant van [eiser] worden begroot op.
dagvaarding € 139,42
griffierecht € 248,00
salaris gemachtigde € 543,00
nasalaris € 135,00 (te vermeerderen met de kosten van betekening als Consult.Live niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend)
Totaal € 1.065,42

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt Consult.Live om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis aan [eiser] te betalen een bedrag van € 7.560,00 bruto aan achterstallig loon, onder overlegging van een correcte loonspecificatie;
5.2.
veroordeelt Consult.Live tot betaling van het toekomstige loon van [eiser] , tot het moment dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal zijn beëindigd;
5.3.
veroordeelt Consult.Live om binnen drie na betekening van dit vonnis aan [eiser] te betalen de wettelijke verhoging van maximaal 10% zoals bedoeld in artikel 7:625 BW en de wettelijke rente over € 7. 560,00 waarvan over € 3.780,00 met ingang van 1 april 2024 en over € 3,780,00 met ingang van 1 mei 2024 tot de dag dat volledig is betaald;
5.4.
veroordeelt Consult.Live tot betaling aan [eiser] van € 753,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
5.5.
veroordeelt Consult.Live tot betaling van € 1.065,42 aan proceskosten, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Consult.Live niet tijdig aan de veroordelingen voldoen en het vonnis daarna wordt betekend;
5.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.7.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Slijkhuis en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter