Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser 1], wonende te [plaats 1],
1.Het procesverloop
2.De feiten
- Alle passagiers van Amsterdam-Schiphol Airport naar Heathrow Airport, Verenigd Koninkrijk, met vlucht BA441 (hierna: de vlucht);
- Passagiers sub 1 en sub 2 van Heathrow Airport, Verenigd Koninkrijk, naar Kuala Lumpur International Airport, Maleisië, met vlucht MH1;
- Passagier sub 3 van Heathrow Airport, Verenigd Koninkrijk, naar Imam Khomeini Airport, Iran, met vlucht BA153;
- Passagier sub 4 van Heathrow Airport, Verenigd Koninkrijk naar Mumbai Airport, India, met vlucht BA199.
3.De vordering
- € 2.400,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 30 september 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 363,00 dan wel € 435,60 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
€ 600,00 per passagier (artikel 7 van de Verordening).
4.Het verweer
5.De beoordeling
- 33 dan wel 34 minuten vanwege
- 2 minuten als gevolg van een
- 28 minuten als gevolg van
- 11 minuten als gevolg van
air holdingvoert de vervoerder aan dat deze het gevolg was van slechte weersomstandigheden te Amsterdam (zie het overgelegde
aircraft tourrapport en het vluchtrapport). Volgens de vervoerder blijkt uit het vluchtrapport dat de vlucht in kwestie 28 minuten vertraging heeft opgelopen toen deze al onderweg was. Ten slotte blijkt volgens de vervoerder uit het
Traffic Manager’s Logdat er de hele dag sprake was van
air holding. De passagiers betwisten dat er een
air holding delaygold voor de vlucht in kwestie. Dit blijkt volgens de passagiers ook niet uit de door de vervoerder overgelegde stukken.
air holding delays. Dit blijkt ook niet direct uit de door de vervoerder overgelegde stukken. Dit betekent dat 39 minuten van de vertraging van de vlucht niet het gevolg zijn van buitengewone omstandigheden.
Omdat het gevorderde bedrag niet hoger is dan het volgens het Besluit berekende tarief, zullen de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen. De gevorderde rente over de buitengerechtelijke kosten is toewijsbaar, met dien verstande dat deze wordt toegewezen vanaf de datum van de dagvaarding, omdat de passagiers in elk geval vanaf die datum daarop aanspraak kunnen maken en gesteld noch gebleken is dat dit ook al vanaf een eerdere datum kon.
6.De beslissing
griffierecht € 231,00;
salaris gemachtigde € 595,00;
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;
,vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;