Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De beoordeling
on-blocktijd van de vlucht blijkt en dus niet de aankomsttijd. Gelet op de jurisprudentie van het Hof is voor de aankomsttijd bepalend wanneer de eerste passagiers het toestel mochten verlaten. Dit betoog slaagt.
De vervoerder heeft ook niet toegelicht of en in hoeverre het tijdstip van ‘on block’ gaan samenviel met het moment van het openen van de deuren, hetgeen wel op zijn weg had gelegen. Niet kan worden uitgesloten dat tussen het tijdstip van het ‘on block’ gaan van het toestel en het openen van de deuren meer dan zeven minuten zat. Daardoor staat niet vast dat de passagier met minder dan 24 uur vertraging op de eindbestemming is aangekomen. Daarom vormt de alternatief aangeboden vlucht in beginsel geen redelijke maatregel. De vervoerder heeft niet aangevoerd dat geen andere mogelijkheid bestond voor een vlucht die op een op een minder laat tijdstip aankwam. De slotsom is dat niet is gebleken dat de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft genomen om de vertraging van de passagier op de eindbestemming als gevolg van de vertraging van de vlucht te voorkomen dan wel te beperken. De vordering van de passagier zal worden toegewezen. De gevorderde wettelijke rente over de hoofdsom is als onvoldoende gemotiveerd weersproken toewijsbaar.
3.De beslissing
griffierecht € 86,00;
salaris gemachtigde € 337,00;
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;
,vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;