In deze bodemzaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 22 mei 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen de stichting Elan Wonen en twee gedaagden, die sinds 26 oktober 2020 een woonruimte en parkeerplaats huren. Elan Wonen vorderde betaling van een huurachterstand van € 1.461,03, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagden erkenden de huurachterstand, maar stelden dat er problemen waren met de verwerking van een nieuw bankrekeningnummer voor de incassomachtiging.
De kantonrechter heeft ambtshalve toetsing uitgevoerd aan de Algemene Voorwaarden van de huurovereenkomst, in het bijzonder met betrekking tot de huurprijswijzigingsbedingen, buitengerechtelijke kosten, rente en proceskosten. De rechter oordeelde dat bepaalde bedingen in de Algemene Voorwaarden oneerlijk waren in de zin van de Richtlijn 93/13/EEG, omdat ze in strijd met de goede trouw het evenwicht tussen de rechten en verplichtingen van partijen aanzienlijk verstoorden. Dit leidde tot de vernietiging van enkele bedingen, waaronder het huurprijswijzigingsbeding en de bepalingen over buitengerechtelijke kosten.
De kantonrechter heeft de gedaagden veroordeeld tot betaling van de huurachterstand, maar de gevorderde buitengerechtelijke kosten en rente werden afgewezen. De gedaagden werden ook veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van transparantie en eerlijkheid in consumentenovereenkomsten, vooral in de context van huurcontracten.