In deze zaak heeft de kinderrechter op 3 januari 2024 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [de minderjarige], en het verzoek tot uithuisplaatsing. De minderjarige, die bij de vader woont, heeft een ernstige verstandelijke beperking en een Autisme Spectrum Stoornis, wat leidt tot een complexe zorgvraag. De gecertificeerde instelling, de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, heeft verzocht om de ondertoezichtstelling met een jaar te verlengen en om de uithuisplaatsing van de minderjarige in een accommodatie voor jeugdhulpaanbieders. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk is voor de bescherming van de minderjarige en om de regie van de GI te waarborgen. De vader is het eens met de verlenging van de ondertoezichtstelling, maar verzet zich tegen de uithuisplaatsing, omdat hij positieve stappen heeft gezet in de zorg voor de minderjarige. De moeder is niet verschenen op de zitting en heeft haar standpunt niet kunnen toelichten. De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling te verlengen tot 3 januari 2025, maar de beslissing over de uithuisplaatsing aan te houden tot er meer duidelijkheid is over het perspectief van de minderjarige. De GI is verzocht om de rechtbank binnen zes maanden te informeren over de actuele stand van zaken en de noodzaak van de uithuisplaatsing.