ECLI:NL:RBNHO:2024:5858

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
22 mei 2024
Publicatiedatum
12 juni 2024
Zaaknummer
10692913 \ CV EXPL 23-5853
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot verwijdering van een houtsnipperpad door een vereniging tegen een lid

In deze bodemzaak heeft de vereniging, eigenaar van een terrein, een vordering ingesteld tegen [gedaagde] voor de verwijdering van een houtsnipperpad dat zonder toestemming op het terrein is aangelegd. De vereniging stelt dat [gedaagde] inbreuk maakt op haar eigendomsrecht door het aanleggen van het pad en het bouwen van een pergola die grenst aan het terrein. De kantonrechter heeft op 22 mei 2024 geoordeeld dat de vereniging niet ontvankelijk is in haar vordering, omdat er geen procesvolmacht was van de leden van de vereniging. De secretaris van de vereniging verklaarde dat er geen vergadering had plaatsgevonden waarin de leden hadden gestemd over het instellen van de rechtsvordering. De kantonrechter benadrukte dat een enquête onder de leden niet gelijkgesteld kan worden aan een volmacht. Daarnaast werd overwogen dat, zelfs als de vereniging ontvankelijk zou zijn, de vorderingen niet zouden worden toegewezen, omdat niet vaststaat dat de pergola op het terrein van de vereniging staat en de houtsnippers inmiddels grotendeels vergaan zijn. De proceskosten werden toegewezen aan de vereniging, die ongelijk kreeg in de zaak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10692913 \ CV EXPL 23-5853
Uitspraakdatum: 22 mei 2024
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiseres]
gevestigd te [plaats]
eiseres
verder te noemen: de vereniging
verschenen bij: [gemachtigde] (secretaris)
tegen
[gedaagde]
wonende te [plaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
procederend in persoon

1.Het procesverloop

1.1.
De vereniging heeft bij dagvaarding van 23 augustus 2023 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft mondeling en schriftelijk geantwoord.
1.2.
Op 30 april 2024 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. De vereniging heeft gebruik gemaakt van spreekaantekeningen, die zijn overgelegd.

2.Feiten

2.1.
De vereniging is eigenaar van “[terrein]”, een erf/tuin ter grootte van 2.355 m2 met kadastrale aanduiding [plaats] [kadasternummer], gelegen tussen de [straat 1] en [straat 2] te [plaats].
2.2.
De vereniging bestaat uit leden van de VvE’s van de appartementsgebouwen [adres 1], [adres 2] en [adres 3] te [plaats].
2.3.
De vereniging heeft als doel het in eigendom verwerven, gebruik, beheer en onderhoud van [terrein], met name met het oog op het behoud van een vrij uitzicht op duin en zee, alsmede de eventuele verkoop van [terrein].
2.4.
In artikel 7 van de statuten van de vereniging is bepaald dat alle besluiten met volstrekte meerderheid van stemmen genomen worden, dat ieder lid één stem heeft, en dat in een vergadering waarin minder dan de helft van het aantal stemmen aanwezig is, geen geldig besluit kan worden genomen. In artikel 8 van de statuten is bepaald dat het bestuur een machtiging van de vergadering nodig heeft voor het instellen van rechtsvorderingen.
2.5.
[gedaagde] is lid van de vereniging. Hij bewoont een appartement aan de [adres 4] te [plaats]. Deze woning heeft een terras dat grenst aan het terrein van de vereniging. Op dit terras heeft hij een pergola gebouwd.
2.6.
[gedaagde] heeft zonder toestemming van de vereniging (en zonder hiervoor toestemming te vragen) op het terrein van de vereniging een houtsnipperpad aangelegd.

3.De vordering

3.1.
De vereniging vordert veroordeling van [gedaagde] om:
1. het aangelegde houtsnipperpad te verwijderen danwel de kosten van de verwijdering daarvan te betalen;
2. de kosten van de aanleg van een nieuwe duingrasbedekking te betalen;
3. de op zijn terras aangelegde houtconstructie (pergola) te verwijderen voor zover deze zich op/boven het terrein van [terrein] bevindt;
4. een dwangsom te betalen voor iedere dag dat hij niet aan het veroordelend vonnis voldoet.
3.2.
Volgens de vereniging weigert [gedaagde] het door hem zonder toestemming aangelegde pad te verwijderen. Ook weigert hij de houtconstructie aan te passen. Daarmee maakt [gedaagde] inbreuk op het eigendomsrecht van de vereniging.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde] betwist de vordering. In de eerste plaats betoogt [gedaagde] dat veel leden van de vereniging niets van deze procedure afweten.
Inhoudelijk voert [gedaagde] aan dat de pergola op zijn eigen terrein staat (althans binnen de afgesproken erfgrens) en aan alle eisen voldoet. Ten aanzien van het houtsnipperpad erkent [gedaagde] dat hij voor de aanleg geen toestemming heeft gevraagd, maar hij stelt zich op het standpunt dat het pad een verbetering is ten opzichte van de eerdere situatie.

5.De beoordeling

5.1.
Het meest verstrekkende verweer van [gedaagde] is dat de meeste leden van de vereniging niets van de deze procedure afweten. De kantonrechter begrijpt dat [gedaagde] daarmee (mede) een beroep doet op het ontbreken van een procesvolmacht van de vereniging. Voor het instellen van een rechtsvordering heeft het bestuur op grond van artikel 8 lid 8 van de statuten de machtiging van de vergadering immers nodig.
5.2.
De secretaris van de vereniging heeft ter zitting verklaard dat geen vergadering van de vereniging heeft plaatsgevonden waarop is gestemd over het dagvaarden van [gedaagde]. Er is alleen een vergadering van het bestuur geweest. Wel is aan alle leden een enquête toegestuurd over de situatie. De resultaten daarvan ondersteunen het standpunt van het bestuur, aldus de secretaris.
5.3.
De kantonrechter is van oordeel dat de gestelde uitslag van de gehouden enquête niet gelijk gesteld kan worden aan een volmacht van de leden om deze procedure tegen [gedaagde] te starten. Daarvoor dient toch echt een vergadering worden gehouden.
5.4.
Omdat een procesvolmacht ontbreekt kan de vereniging niet in de vordering worden ontvangen. De kantonrechter zal de vereniging daarom niet-ontvankelijk verklaren.
5.5.
Overigens geldt dat ook als de vereniging wel ontvankelijk zou zijn, de vorderingen niet zouden worden toegewezen gelet op het navolgende.
de pergola
5.6.
Ten aanzien van de pergola geldt dat, mede gelet op het verweer van [gedaagde], niet is komen vast dat de pergola zelf deels op het terrein van de vereniging staat. Voor zover het dakje van de pergola overhangt op het terrein van de vereniging zou dit een onrechtmatig inbreuk kunnen zijn op het eigendomsrecht van de vereniging. Dan moet wel vast staan dat de vereniging hierdoor in de uitoefening van haar eigendomsrecht op onrechtmatige wijze wordt gehinderd. Aangezien het gaat om een overbouw (van bamboe) van niet meer dan een paar centimeter is van die onrechtmatige inbreuk niet gebleken.
het houtsnipperpad
5.7.
Ten aanzien van het houtsnipperpad voorop dat in het algemeen geldt dat het niet is toegestaan om zonder toestemming veranderingen aan het eigendom van de vereniging aan te brengen. Het stond [gedaagde], ook als lid van de vereniging, dus niet vrij om zelf een houtsnipperpad aan te leggen. Daar staat echter tegenover dat onvoldoende duidelijk is geworden of de vereniging (nu nog) belang heeft bij haar vorderingen. Op de zitting is bevestigd dat de houtsnippers inmiddels voor een groot deel zijn vergaan. Ook heeft [gedaagde] verklaard dit geen tweede keer te doen. Daarnaast is onduidelijk gebleven in hoeverre al sprake was van een pad voordat de houtsnippers door [gedaagde] werden aangebracht. [gedaagde] ontkent dat hij op het terrein van de vereniging enige begroeiing heeft verwijderd. Volgens [gedaagde] was er op de plaats van het houtsnipperpad al een onbegroeid, ongelijk pad van aarde dat bij regen modderig werd. Door enkele aanwezigen ter zitting is dit bevestigd, zodat niet zonder meer vaststaat dat [gedaagde] aansprakelijk kan worden gesteld voor de kosten van aanleg van een nieuwe duingrasbedekking. Dat neemt overigens niet weg dat [gedaagde] voor het aanbrengen van de houtsnippers eerst toestemming had moeten vragen zodat over dat verzoek door de vergadering van de vereniging besloten had kunnen worden.
proceskosten
5.8.
De proceskosten komen voor rekening van de vereniging omdat zij ongelijk krijgt. Omdat [gedaagde] twee keer naar de rechtbank is gekomen stelt de kantonrechter de kosten van [gedaagde] vast op € 100,00 (2x het forfaitair bedrag van € 50,00) aan reis-, verblijf- en verletkosten.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
verklaart de vereniging niet ontvankelijk in haar vordering;
6.2.
veroordeelt de vereniging tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor [gedaagde] worden vastgesteld op een bedrag van € 100,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Dijk en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter