In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, op 7 februari 2024 een tussenvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen Stichting Woonwaard Noord-Kennemerland als eisende partij en een niet verschenen gedaagde partij. De eisende partij heeft de gedaagde gedagvaard en vordert ontbinding van de huurovereenkomst, ontruiming van het gehuurde, en betaling van huurachterstand, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. De kantonrechter heeft ambtshalve de Algemene Huurvoorwaarden van maart 2021 getoetst op oneerlijke bedingen in de zin van de Richtlijn 93/13/EEG. De rechter heeft vastgesteld dat bepaalde bedingen, zoals de rente- en incassokostenbepalingen, oneerlijk zijn en in strijd met de goede trouw, waardoor het evenwicht tussen de rechten en verplichtingen van partijen wordt verstoord. De kantonrechter heeft de vordering grotendeels toegewezen, maar de beslissing over de huurachterstand is aangehouden, omdat de gedaagde partij een deelbetaling heeft gedaan. De ontruimingstermijn is vastgesteld op veertien dagen na betekening van het vonnis. De eisende partij krijgt de gelegenheid om zich uit te laten over de oneerlijkheid van de bedingen.