ECLI:NL:RBNHO:2024:602
Rechtbank Noord-Holland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechters van de Rechtbank Noord-Holland
Op 15 januari 2024 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan op het verzoek tot wraking van de rechter in de hoofdzaak, ingediend door verzoeker. Het verzoek tot wraking is ingediend op 9 januari 2024, waarbij verzoeker alle rechters en medewerkers van de rechtbank heeft gewraakt. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking van de wrakingskamer zelf als kennelijk ongegrond afgewezen, omdat het verzoek niet gemotiveerd was. De rechter in de hoofdzaak, mr. P.H. Lauryssen, heeft schriftelijk gereageerd op het wrakingsverzoek en aangegeven dat een verzoek tot wraking niet kan worden gericht tegen de gehele rechtbank, maar enkel tegen de behandelende rechter. De wrakingskamer heeft op basis van artikel 5 van het Wrakingsprotocol besloten zonder mondelinge behandeling te oordelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het wrakingsverzoek voortkomt uit de afwijzing van een verzoek om uitstel van de zitting en een bezichtiging van de woning van verzoeker. De rechtbank heeft geoordeeld dat een procesbeslissing geen grond voor wraking kan zijn en dat verzoeker geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die wijzen op partijdigheid van de rechter. De rechtbank heeft het verzoek tot wraking van de rechter afgewezen en het verzoek tot wraking van alle andere rechters en medewerkers van de rechtbank niet-ontvankelijk verklaard. De behandeling van de hoofdzaak kan voortgezet worden.