Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
2.De feiten
3.Het verzoek
- in ieder eerste weekend van de maand van vrijdag 18.00 tot zondag 18.00, waarbij hij in de even maanden naar Nederland zal reizen en de moeder in de oneven maanden [de minderjarige] naar [plaats] zal brengen;
- de moeder hem maandelijks een e-mail moet sturen met informatie over de gezondheid, ontwikkeling, schoolgang, het welzijn, de vrijetijdsbesteding en vakantie (plannen) van [de minderjarige] , waarbij de moeder hem dient te consulteren over belangrijke beslissingen aangaande [de minderjarige] ;
4.Verweer en zelfstandig verzoek
Voor zover er op een eerder moment voor de vader een terechte vrees bestond dat de moeder naar Somalië zou verhuizen - hetgeen door de moeder uitdrukkelijk wordt betwist - dan is deze vrees nu niet meer gegrond en is door de vader daartoe niets dan wel onvoldoende gesteld.
.
- waarbij geldt dat partijen zich binnen afzienbare tijd zullen inspannen om toe te werken naar uitbreiding van deze bestaande maandelijks omgangsregeling, zodat er binnen afzienbare tijd sprake is van een overnachting van [de minderjarige] bij de vader. En zodat het voor de vader tijdens zijn maandelijkse omgangsmoment met [de minderjarige] in Nederland zodoende mogelijk is om met [de minderjarige] aaneengesloten omgang te hebben van zaterdag 10:00 uur tot zondag 14:00 uur (of 17:00 uur wanneer de vader dit wenst en dit voor hem mogelijk is);
- dat de vader, alvorens tot een uitbreiding van de bestaande omgangsregeling met een overnachting wordt overgegaan, zich (oprecht) bereid verklaard om met de moeder een gesprek aan te gaan waarbij de moeder de vader kan leren c.q. kan laten zien wat onder andere de eet-, bed- en slaapgewoontes van [de minderjarige] is;
- wanneer tussen de vader en [de minderjarige] een aantal malen naar tevredenheid van partijen omgang met een overnachting in Nederland heeft plaatsgevonden, partijen met elkaar in gesprek zullen gaan om te kijken of en zo ja welke afspraken gemaakt kunnen worden over verblijf van [de minderjarige] bij de vader in Engeland, tijdens de kerst- en/of zomervakantieperiode, naast de bestaande reguliere maandelijkse omgangsregeling;
- zo het voorgaande leidt tot/zorgt voor afspraken over omgangsmomenten van [de minderjarige] met de vader in Engeland, dat hierbij geldt dat omgang tussen de vader en [de minderjarige] in eerste instantie alleen overdag plaatsvindt, dus zonder overnachting, en dat [de minderjarige] eerst nog bij de moeder overnacht;
- pas nadat [de minderjarige] aan de voor hem nieuwe en vreemde omgeving voldoende is gewend en het daarnaast voor de moeder duidelijk is geworden waar de vader woont, hoe hij woont, met wie hij woont en dat er voor [de minderjarige] zodoende sprake is van een stabiele en/of veilige woonomgeving tijdens zijn verblijf bij de vader, er sprake zal zijn van een verblijfsmoment van [de minderjarige] inclusief overnachting met/bij de vader in Engeland.
.De moeder beschikt niet over financiële gegevens van de vader en is hierdoor niet in staat om vast te stellen of en zo ja welke bijdrage de vader in staat is ten behoeve van [de minderjarige] te voldoen. Naast een recent bericht van de advocaat van de vader dat er nog overleg plaatsvindt, zijn er nog geen financiële gegevens overgelegd.
5.Verweer op zelfstandige verzoeken
6.De beoordeling
Nu [de minderjarige] zijn gewone verblijfplaats in Nederland heeft, is de Nederlandse rechter bevoegd om van het verzoek kennis te nemen. Ingevolge artikel 15 van het Haags Kinderbeschermingsverdrag 1996 is Nederlands recht toepasselijk.
7.De beslissing
tijdelijkeverdeling van de zorg- en opvoedtaken vast:
- heeft ten minste ieder eerste weekend van de maand, tenzij partijen hiervan in onderling overleg afwijken, omgang met de vader in Nederland op zaterdag van 10:00 uur tot 17:00 uur en op zondag van 10:00 uur tot 14:00 uur (en tot 17:00 uur wanneer de vader dit wenst en dit voor hem mogelijk is);
18 december 2024 PRO FORMA inafwachting van de resultaten van het uniform hulpaanbod;
18 december 2024 PRO FORMAin afwachting van de resultaten van het uniform hulpaanbod;
PRO FORMA aan tot 7 augustus 2024, in afwachting van het verweerschrift van de vader en het bericht van partijen over de wijze waarop zij de procedure wensen voort te zetten, waarna de rechtbank zal beslissen over de voortgang van de procedure;