ECLI:NL:RBNHO:2024:677

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 januari 2024
Publicatiedatum
25 januari 2024
Zaaknummer
10383967 CB VERZ 23-19 SZ
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor erkenning minderjarige door curandus in het kader van curatele

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 25 januari 2024 een beschikking gegeven met betrekking tot de erkenning van een minderjarige door een onder curatele gestelde betrokkene. De zaak betreft een verzoek van KOA Kantoor voor Ondersteuning B.V., de curator van betrokkene, om toestemming te verkrijgen voor de erkenning van [Kind], geboren op [geboortedatum] 2023. Betrokkene, die onder curatele staat wegens verkwisting en later wegens lichamelijke en geestelijke toestand, heeft aangegeven de vader van het kind te zijn en wenst dit te erkennen. De curator heeft twijfels geuit over het vaderschap van betrokkene, maar na een DNA-test is vastgesteld dat betrokkene inderdaad de vader is.

De kantonrechter heeft de relevante documenten en verklaringen in overweging genomen, waaronder een medische verklaring van psychiater dr. P.F.J. Schulte, die bevestigt dat betrokkene in staat is tot een redelijke waardering van de betrokken belangen. Volgens artikel 1:204 lid 5 van het Burgerlijk Wetboek is toestemming van de kantonrechter vereist voor erkenning door een onder curatele gestelde persoon. De kantonrechter heeft vastgesteld dat betrokkene begrijpt wat erkenning inhoudt en welke rechtsgevolgen dit met zich meebrengt. Gezien deze overwegingen heeft de kantonrechter besloten het verzoek toe te wijzen en betrokkene toestemming te verlenen voor de erkenning van [Kind].

Deze beschikking is openbaar uitgesproken op 25 januari 2024, in aanwezigheid van de griffier, en is ondertekend door de kantonrechter.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer: 10383967 CB VERZ 23-19 SZ
Uitspraakdatum: 24 januari 2024
Beschikking op een verzoek toestemming erkenning kantonrechter ex. art. 1:204 lid 5 BW
Op verzoek van:
KOA Kantoor voor Ondersteuning B.V.
gevestigd te Hoorn,
hierna ook te noemen: de curator,
met betrekking tot:
[betrokkene] ,
geboren te [geboorteplaats] , [geboorteland] , op [geboortedatum] 1984,
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna ook te noemen: betrokkene
advocaat: mr. P. van Lingen.

procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • een brief van de curator, ter griffie ingekomen op 22 februari 2023;
  • een stelbrief van de advocaat van betrokkene, ter griffie ingekomen op 12 april 2023;
  • pleitaantekeningen van de advocaat van betrokkene, overlegd ter zitting van 25 april 2023;
  • het verzoek met bijlage, ter griffie ingekomen op 22 augustus 2023;
  • een brief van de griffier van 6 september 2023;
  • een mail van de curator van 3 november 2023;
  • een brief van verzoeker, ter griffie ingekomen op 12 december 2023 met als bijlage een medische verklaring van de onafhankelijke psychiater dr. P.F.J. Schulte van 6 december 2023;
  • de akte van geboorte van [Kind] , ter griffie ingekomen op 5 januari 2024.

beoordeling

Bij beschikking van 24 juli 2012 is betrokkene onder curatele gesteld wegens verkwisting, waarbij B. Jonker-Voort, h.o.d.n. Basisbeheer tot curator is benoemd. Bij beschikking van 5 november 2014 is de grond van de curatele gewijzigd naar lichamelijke/geestelijke toestand. Bij beschikking van 25 januari 2021 is B. Jonker-Voort, h.o.d.n. Basisbeheer ontslagen en is verzoeker benoemd tot curator.
Het verzoek strekt tot het verlenen van toestemming van de kantonrechter voor het erkennen van [Kind] , geboren te [geboorteplaats] , op [geboortedatum] 2023 als kind van betrokkene.
Naar aanleiding van de brief van verzoeker, ingekomen op 22 februari 2023, is de zaak mondeling behandeld ter zitting van 25 april 2023. De curator heeft, zakelijk weergegeven, gesteld dat betrokkene van Oeigoerse afkomst is en al jaren onderdrukt wordt en door zijn psychiatrische problematiek zeer beïnvloedbaar is. De curator heeft redenen om te twijfelen aan het gestelde vaderschap van betrokkene. Betrokkene heeft ter zitting aangegeven de vader van het (toen nog ongeboren) kind te zijn en het te willen erkennen. Ook de moeder zou achter deze wens van betrokkene staan. Naar aanleiding van het gestelde ter zitting is de curator in de gelegenheid gesteld de uitkomsten van een bij betrokkene uit te voeren DNA-test in de procedure over te leggen. Uit de DNA-test is gebleken dat het zeker is dat betrokkene de vader is van het kind. Vervolgens is de curator in de gelegenheid gesteld een medische verklaring van een onafhankelijke psychiater over te leggen waaruit blijkt of betrokkene in staat is tot een redelijke waardering van de betrokken belangen ten aanzien van erkenning.
Ingevolge artikel 1:204 lid 5 van het Burgerlijk Wetboek mag een persoon die wegens zijn lichamelijke of geestelijke toestand onder curatele staat, slechts erkennen nadat daartoe toestemming is verkregen van de kantonrechter. Bij de beslissing of deze toestemming wordt verleend, neemt de kantonrechter in overweging of betrokkene in staat moet worden geacht tot een redelijke waardering van de betrokken belangen. Gebleken is dat betrokkene de vader is van de minderjarige [Kind] . Nu bovendien uit de stukken en met name de medische verklaring van de onafhankelijk psychiater, blijkt dat betrokkene begrijpt wat erkenning inhoudt en welke (rechts)gevolgen dit voor hem heeft, ziet de kantonrechter geen bezwaren tegen het verzoek. De kantonrechter zal het verzoek toewijzen.

beslissing

De kantonrechter:
- wijst het verzoek toe en verleent [betrokkene] toestemming tot erkenning van [Kind] , geboren te [geboorteplaats] , op [geboortedatum] 2023.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.A.C.R.W. VerLoren van Themaat-van der Hoeven, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter